Er is vandaag in de evangelische beweging een steeds groter wordende nadruk op het gevoel en steeds minder aandacht voor het woord van God. Het leven met God moet vooral goed voelen, de mens en zijn behoeften staat steeds meer centraal. Het gevolg is een alarmerend gebrek aan kennis van de Bijbel. Omdat men vanuit de menselijke behoeften de Bijbel leest, wordt steeds minder gezien en begrepen wat de raad van God is, wat het hart van God vervult met vreugde. Hij heeft de glorie van zijn Zoon voor ogen, de tweede mens, niet die van de eerste mens.

Deze ik-gerichte geest van onze tijd zien we ook terug in de samenkomsten. ‘Worship’ en ‘praise’ zijn emotie-gericht. ‘Opwekkingsliederen’ worden vrijwel in iedere gemeente gezongen. Veel van deze liederen hebben een ongezonde nadruk op ervaring en gevoel. De preken zijn vaak psychologisch getint om de luisteraar een goed gevoel te geven over zichzelf of zijn ‘peptalk’ i.p.v. een sobere, bezonnen en ingetogen meedelen van de waarheid. Men spreekt graag over ‘leiders’ i.p.v. over ‘oudsten’. Deze mensgerichte trend is jaren geleden ingezet (Paulus spreekt al over het zoeken van het eigen belang en niet dat van Christus in Fil.2:21) en zet zich gestaag voort. Steeds meer gemeenten en kerken raken onder de invloed van deze ‘geest van de wereld’.

Het tekent het verval binnen de christenheid. Voorschriften die de Bijbel leert worden steeds meer losgelaten en de Bijbel wordt gebruikt om de eigen ‘goed-gevoel-boodschap’ te ondersteunen. We zien dit ook op het vlak van de verhouding tussen mannen en vrouwen. Steeds minder voorgangers durven zich bijv. openlijk uit te spreken tegen homoseksualiteit, maar ook zien we steeds meer vrouwen voorgaan in samenkomsten of Bijbellezingen verzorgen. Soms zijn zij zelfs dominee (dat ‘heer’ betekent!), voorgangster of oudste in de gemeente. Omdat emotie en gevoel steeds meer ruimte krijgen, is het ook een logisch gevolg dat vrouwen steeds meer op de voorgrond treden. De bekende voorganger Henk Stoorvogel zegt in een interview op Cvandaag.nl:

‘Een vrouw kan zelfs vaak beter leidinggeven dan een man en soms ook beter spreken. De reden dat er minder vrouwelijke sprekers zijn dan mannelijke heeft vaak te maken met het aantal ‘vlieguren’ die ze daarin gekregen hebben de afgelopen decennia. Waarom zou God vrouwen de gave van het leiden en spreken geven als ze dat van Hem niet mogen doen? Er zijn onmiskenbaar veel vrouwen die kunnen spreken en leiding kunnen geven. Er zijn een paar teksten in het Nieuwe Testament die het frame hebben gelegd voor het niet mogen spreken van vrouwen in de kerk. Maar contextueel gezien kun je veel van wat in die teksten gezegd wordt neutraliseren. Als je het ook nog eens afzet tegen de rest van de Bijbel waarin je hele krachtige vrouwelijke communicatoren tegenkomt, dan is de tegenbeweging dat vrouwen leiding kunnen geven en mogen spreken volgens mij veel beter te verdedigen dan andersom’.

Stoorvogel gaat er van uit dat God vrouwen de gave geeft van spreken en leiding geven. In dit artikel wil ik vanuit Gods woord aantonen hoe kwalijk deze ontwikkeling is omdat het tegen Gods woord ingaat. De ‘paar teksten’ in het Nieuwe Testament hebben volgens Stoorvogel een ‘frame’ gelegd en hij wil deze teksten ‘neutraliseren’. Laten we eens kijken of dat werkelijk mogelijk is.

De Heer Jezus heeft gezegd dat ieder die Hem liefheeft te herkennen is aan het houden van zijn geboden.

Als u Mij liefhebt, bewaart mijn geboden. Joh.14:15

Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft; Joh.14:21a

Als u mijn geboden bewaart, zult u in mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van mijn Vader heb bewaard en in zijn liefde blijf. Joh.15:10

De liefde die er tot de Heer Jezus is in het leven van een gelovige, wordt door de Heer afgemeten naar de mate waarin zo iemand ‘naar zijn geboden’ wandelt (zie 2Joh. vers 6). We kunnen immers wel zeggen dat we Hem liefhebben, maar waar blijkt dit dan uit? De Bijbel zegt dat dit dus is af te leiden uit de praktijk van het leven. Iemand die de geboden van de Heer Jezus onderhoudt is degene die Hem werkelijk liefheeft. Als we willen weten wat deze geboden nu zijn, zien we in ieder geval dat de voorschriften van de apostelen hiertoe behoren. De eerste gemeente bleef immers volharden in de leer van de apostelen (Hand.2:42). Ze leefden naar wat de apostelen hen leerden, geheel zoals de Heer opgedragen heeft aan hen in Mat.28:19: ‘en hen lerend te bewaren alles wat Ik u heb geboden’.

Als we kijken naar wat Paulus schrijft, dan behoort dit ook tot de geboden van de Heer. Er staat namelijk in 1Kor.14:37:

Als iemand meent een profeet te zijn of geestelijk, laat hij erkennen, dat wat ik u schrijf een gebod van de Heer is.

De Korinthiërs verachtten sommige apostolische inzettingen en Paulus schrijft dat ze wel kunnen menen dat ze zelf geestelijk zijn of namens God te spreken, maar dat wat hij schrijft (in deze brief maar ook in al zijn brieven) is toch echt ‘een gebod van de Heer’. Paulus was als het ware de ‘spreekbuis’ van de verhoogde Heer in de hemel. Via hem leerde de Heer zijn overige geboden, die Hij niet Zelf mondeling had uitgesproken, aan de gemeente. In 1Thes.4:2 noemt Paulus dit ‘de bevelen van de Heer Jezus’.

Want u weet welke bevelen wij u hebben gegeven door de Heer Jezus.

Alles wat hij schrijft behoort dus tot de geboden van de Heer. Nu, wat betreft de vrouwen in de gemeente schrijft hij de volgende geboden en bevelen namens de verheerlijkte Heer.

Zoals in alle gemeenten van de heiligen. Laten de vrouwen zwijgen in de gemeenten; want het is hun niet geoorloofd te spreken, maar laten zij onderdanig zijn, zoals ook de wet zegt. En als zij iets willen leren, laten zij thuis hun eigen mannen vragen; want het is schandelijk voor een vrouw te spreken in de gemeente. 1Kor.14:34-35

Een vrouw moet zich stil, in alle onderdanigheid laten leren; maar ik sta aan een vrouw niet toe dat zij leert of over een man heerst, maar zij moet stil zijn. Want Adam is eerst geformeerd, daarna Eva; en Adam werd niet verleid, maar de vrouw werd verleid en viel in overtreding. 1Tim.1:11-14

Voor de ‘kinderen in het geloof’ zijn deze teksten overduidelijk. Het is niet toegestaan door de Heer dat vrouwen in de gemeente het woord voeren. Dit betekent dat de vrouwen op geen enkele wijze hoorbaar deelnemen aan de samenkomsten, dus ook niet hardop bidden (als zij bidt of profeteert buiten de samenkomsten dan is het geoorloofd, 1Kor.11:4-5. De vier dochters van Filippus profeteerden op deze manier in huis, niet in de gemeente, Hand.21:9). Het is zelfs ‘schandelijk’ als dit gebeurt. Zij moeten zwijgen ‘in alle gemeenten van de heiligen’. Het past niet bij de vrouw dat zij het woord voert, leert of gezag uitoefent over de man. Paulus noemt ook de reden hiervoor. Dit voert terug tot de zondeval.

Eva werd toen verleid en niet de man. Zij is gevoeliger voor verleiding dan de man. De man was weliswaar de hoofdverantwoordelijke voor de zondeval (zie Rom5:15-17), de vrouw werd verleid door de slang, dat is de duivel. Zij is als het ware een andere type mens dan de man, haar emoties werken anders waardoor zij geneigd is tot emotie-gericht onderwijs waardoor de waarheid uiteindelijk ondermijnd wordt. Zij behoort daarom onderdanig te zijn aan de man, anders is er het risico van geestelijke misleiding via de vrouw. Daarom kan ook alleen een man oudste zijn en niet een vrouw (1Tim.3:2). Haar plaats is het gezin (1Tim.2:15; Tit.2:5).

‘Zij moet stil zijn’. Dit ondergeschikt zijn betekent in 1Tim.2:12 niet in het huwelijk, maar in het algemeen. ‘Want Adam is eerst geformeerd, daarna Eva’. Op een andere plaats lezen wij: ‘Want de man is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man, want de man is is ook niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om de man’, 1Kor.11:8-9. De man heeft van de Heer de plaats gekregen om in de publieke samenkomsten te spreken en gezag uit te oefenen, onder andere in leer en onderwijzing. De vrouw moet dus ‘stil’ zijn, geheel passend bij de structuur van haar wezen, bij ‘de verborgen mens van het hart, in de onvergankelijke [versiering] van de zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is voor God’ (1Pet.3:4).

Allerlei theologen hebben hun uiterste best gedaan om de hierboven genoemde teksten van hun betekenis te ontdoen door o.a. te beweren dat ‘zwijgen’ niet echt zwijgen is maar ‘niet babbelen’ etc. Of Paulus bedoelde een specifieke vrouw destijds in Efeze, allemaal menselijk geredeneer om maar onder de geboden van de Heer uit te komen en de feministische geest van deze wereld tegemoet te komen. Ze voeren aan dat er toch wel degelijk vrouwen waren (o.a. Deborah, Ruth, Ester), ‘krachtige vrouwelijke communicatoren’ volgens Henk Stoorvogel, die wel degelijk een vorm van gezag uitoefenden in vroegere tijden zonder het onderscheid te kennen in bedelingen. De gemeente was er toen nog niet. Het verbod geldt ‘de gemeenten van de heiligen’.

Dikke boeken vol zijn er geschreven om uiteindelijk te concluderen dat vrouwen uiteindelijk wel mogen doen dat wat Paulus, en dus de Heer verbiedt. Stoorvogel en vele anderen zeggen: ‘Maar een vrouw kan ook een goede boodschap hebben’. Dit is alleen de vraag niet. Dat kan zij zeker. Het is alleen de plaats en het publiek waar zij dit deelt waar het om gaat. De vraag is wat Gods woord leert, wat wij ook vinden of denken. De Heer heeft in de gemeente een orde heeft gesteld die past bij Hem, de Heilige en die ons is overgeleverd door de apostelen en die we kunnen lezen in de Bijbel.

Het is niet zo, dat de vrouw ‘dus niets mag’. De vrouw heeft, net als de man een waardevolle plaats in de gemeente. Zij kan profeteren, woorden spreken vanuit Gods tegenwoordigheid, zie Hand.21:9 zoals boven al genoemd. Dit gaat zoals gezegd niet over samenkomsten maar over de huiselijke sfeer. Oudere vrouwen mogen voorbeelden zijn voor de jongere, ‘leraressen van het goede’ (Tit.2:3). Daarnaast zegt Gods woord dat de vrouw vooral gezegend wordt als zij ‘huishoudelijk’ is (Tit.2:5) en kinderen ter wereld brengt die worden opgevoed in geloof, liefde en heiliging, met ingetogenheid (1Tim.2:15). Dit is in de wereld verwerpelijk, worden deze gedachten ‘seksistisch’ genoemd waar het feminisme hoogtij viert, maar het is wel naar de gedachten van God en tot zijn eer. In de publieke samenkomsten behoren zij te zwijgen.

Het kan zijn dan mensen onwetend zijn t.a.v. deze kwestie. Dan kunnen zij hierin onderwezen worden vanuit de Schrift. Ik zou ook absoluut niet willen beweren dat Henk Stoorvogel de Heer niet liefheeft of geen waardevolle dingen toevoegt aan Gods gemeente. Op dit punt vind ik dat hij Gods woord te makkelijk aan de kant zet. Sommigen weten het, maar negeren het. Anderen leggen de teksten anders uit. Maar zij, of voorgangers, oudsten en leidinggevenden in de gemeenten die deze geboden negeren en toch vrouwen laten voorgaan zullen rekenschap moeten afleggen voor Hem die ogen heeft ‘als een vuurvlam’ (Op1:14).