Er wordt vandaag veel gesproken over de Heilige Geest. In de ‘Alpha-Cursus’ is er zelfs een ‘Heilige Geest weekend’. Sommigen denken dat er een ‘nieuwe uitstorting van de Heilige Geest’ zou moeten komen. Anderen verbinden de Heilige Geest allereerst met uiterlijke zaken zoals bijzondere gaven, wonderen en tekenen. De vraag is echter of men Hem en zijn werk zo presenteert als de Bijbel ons dit laat zien. De Geest werkt namelijk op zijn eigen specifieke en goddelijke wijze. Het evangelie is ‘niet naar de mens’ (Gal.1:11). De Heilige Geest werkt daarom op een totaal andere wijze dan dat de mens zou bedenken. Hoe werkt de Heilige Geest dan wel? Daarover dit artikel. Er is hier namelijk erg veel onkunde over.
Het enige doel van de Heilige Geest is de verheerlijking van de Heer Jezus Christus, de Zoon van God (Joh.16:14). Dit is o.a. om Hem in de levens van de gelovigen ‘gestalte’ te geven (Gal.4:19), Zijn leven in hen te manifesteren. Dit noemt de Bijbel ‘de vrucht van de Geest’: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw (of: geloof), zachtmoedigheid, zelfbeheersing (Gal.5:22).
De Heilige Geest kan het leven van de Heer Jezus nooit in de gelovigen bewerken via het vlees, de oude natuur. Deze oude natuur hoort bij ‘de oude mens’ (Rom.6:6; Ef.4:22; Kol.3:9), een uitdrukking die de eerste mens uit Adam, personifieert. Dit is ‘de eerste mens’ (1Kor.15:45), de mens die zonder God wil leven. Voor de oude mens heeft God maar één plaats en dat is op is het kruis, in de dood. Totdat de gelovige door het geloof deze oude natuur ook daadwerkelijk zo beziet, is er geen ruimte voor de Heilige Geest om de nieuwe natuur te vullen met het leven van Christus, de vrucht van de Geest. Hier heb ik daar eerder over geschreven. Het vlees heeft geen enkel nut, het is de Geest die levend maakt, Joh.6:63.
Daarom behoren predikers en leraars deze dingen te leren, te delen en te onderwijzen en niet gelovigen op te roepen tot toewijding en overgave. De luisteraars moeten immers ‘van harte’ gehoorzaam worden aan ‘de inhoud van de leer waarin u onderwezen bent’, Rom.6:17. Het is ‘geloofsgehoorzaamheid’, Rom.1:5, en dat aan het onderwijs van Gods woord over het kruis, de leer. Deze leer is onze identificatie met Christus. Met Hem gekruisigd, met Hem gestorven en met Hem levend gemaakt. Zo beziet God de gelovigen. Het is hun onwankelbare positie in Christus.
Want als wij met hem één geworden zijn in de gelijkheid van zijn dood, dan zullen wij het ook zijn in de gelijkheid van zijn opstanding; daar wij dit weten, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde te niet gedaan zou zijn, opdat wij niet meer de zonde dienen. Want wie gestorven is, is gerechtvaardigd van de zonde. Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven, daar wij weten dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood heerst niet meer over Hem. Want wat Hij is gestorven, is Hij eens voor altijd ten opzichte van de zonde gestorven, maar wat Hij leeft, leeft Hij voor God. Rom.6:5-10
Helaas zijn er vandaag de dag maar weinigen die deze dingen effectief onderwijzen en zijn er steeds meer predikers die oproepen tot toewijding en overgave aan de Heer, zonder dat zij deze waarheden van de identificatie met Christus eerst aan de toehoorders leren. Zo wordt men opgeroepen gevuld te raken met de Geest zonder geveld te zijn door het kruis. Bovendien kost het veel tijd voordat gelovigen echt beseffen wat hun ware positie is voor God in Christus. Iedere keer zijn zij weer geneigd naar zichzelf te kijken en het van zichzelf te verwachten. Daarom moet geduldig en herhaaldelijk de waarheden van het kruis worden onderwezen. De mens is immers ’traag’ om te horen (Heb.5:11-12). De kennis van de dood voor de oude natuur door het kruis gaat namelijk vooraf aan het groeien van het leven van Christus in de nieuwe natuur. De Heilige Geest openbaart deze waarheden alleen aan voorbereide harten en zeker niet via sprekers die deze dingen niet zelf hebben doorleefd.
Maar ik wil volstrekt niet roemen dan alleen in het kruis van onze Heer Jezus Christus, door Wie voor mij de wereld gekruisigd is en ik voor de wereld. Gal.6:14
Welke toewijding of overgave iemand ook denkt te hebben gedaan na een preek of een Bijbelstudie, zonder ware kennis van het kruis zal die persoon weer terugvallen in teleurstelling en wanhoop. De Heilige Geest zal het nieuwe leven in de gelovigen nooit vullen met Christus voordat het oude leven, de oude natuur door die gelovige in de dood van Christus is gebracht. Dit betekent niet dat de gelovigen zichzelf moet kruisigen, maar zichzelf als eenmaal met Christus gekruisigd moet leren zien, door het geloof, als een vaststaand feit (Gal.5:24). Dat is de gehoorzaamheid van het geloof.
De graankorrel moet eerst in de aarde vallen en sterven, voordat het vrucht draagt, Joh.12:24. Het is de waarheid van de opstanding, leven uit en na de dood. Paulus jaagde naar het kennen van de ‘kracht van de opstanding’, Fil.3:10. Hij deed dit nadat hij had gezien dat alles van hemzelf ‘vuilnis’ was (Fil.3:8). Als een prediker of leraar daarom niet ‘het woord van het kruis’ (1Kor.1:18) brengt, zal de Heer Jezus niet helder en krachtig worden gekend, hoeveel men het ook over Hem heeft.
Het is de juiste voorbereiding voor de harten om over het kruis te leren vanuit het woord van God. Als dit ontbreekt, zal er steeds vaker de nadruk worden gelegd op de vervulling met de Geest waarvoor men dan eerst zichzelf moet toewijden aan God en zich moet ‘overgeven’ en ‘openstellen’ (zoals vaak op de Alpha Cursus wordt gezegd). In werkelijkheid is het de oude natuur die wordt aangesproken omdat het kruis niet wordt genoemd en wordt toegepast. De Heilige Geest geeft nooit onmiddellijke verandering via allerlei methoden, ervaringen, ‘sleutels’ of ‘stappen’. Zijn methode om gelovigen te vormen naar het beeld van Christus is door het geloof, maar via het proces van groei. En groei kost tijd, veel tijd. Er is geen snelle route naar geestelijke volwassenheid. Hij doet het nieuwe leven groeien door het oude in de dood te houden via het kruis. Dit nieuwe leven is de vrucht van de Geest, de vrucht van het geloof in de feiten van het kruis. Vrucht groeit onder de juiste omstandigheden en vereist geen inspanning.
Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en slaven van God geworden, hebt u uw vrucht tot heiliging, en het einde het eeuwige leven. Rom.6:22
Veel predikers roepen de gelovigen op dat te doen wat alleen de Geest kan doen. ‘Doe alle zonde weg’, ‘er moet volledige, radicale toewijding zijn’, ‘geef alles over aan de Geest’, ‘zet Christus op de troon en ga er zelf vanaf’, ‘er moet radicale scheiding komen met de wereld’, etc. Hier spreekt niet de Geest van God, die immers eerst het kruis brengt en dan Christus als het leven. De Zoon is immers het leven, 1Joh.5:12, 20. Alleen Hij, door de Geest kan een gelovige ertoe brengen zonde uit zijn/haar leven weg te doen. Dit is wat de Bijbel bedoelt met: ‘u bent niet meer onder (het principe van de) wet, maar onder (het principe van de) genade’, Rom.6:14. Dit is ‘de Geest van het leven in Christus Jezus’, Rom.8:2.
Romeinen 8 is vol van de Heilige Geest, maar komt ná Romeinen 6 waar het kruis centraal staat en Romeinen 7 waar het ‘ik’ centraal staat! Daarom werkt de Heilige Geest altijd eerst vanuit de waarheid van het kruis, dat het ‘ik’ gerichte leven in de dood plaatst, voordat Hij Christus als het leven presenteert aan de ziel. Daarom moet de nadruk weer terug naar het kruis van Christus en weg van de oproepen tot toewijding en de vervulling met de Geest. Dat laatste is immers het gevolg van het eerste. Er is helaas vandaag te veel ‘doe dit, laat dat’ i.p.v. onderwijs over het kruis. Dit onderwijs zal de gelovige leren dat hij/zij alleen vrucht kan dragen als wordt geloofd wat er staat in Rom.6:13:
En stelt uw leden niet voor de zonde tot werktuigen van de ongerechtigheid, maar stelt uzelf voor God als uit de doden levend geworden, en uw leden voor God tot werktuigen van de gerechtigheid.
Levend geworden met Christus zal de gelovige alles in Hem zoeken en volledig afzien van zichzelf omdat het kruis in zijn ware kracht, door de Heilige Geest toegepast, gekend wordt. Christus is dan het enige wat de gelovige, als de nieuwe schepping, nog verlangt, meer van Hem!
En voor zover ik nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Gal.2:20