Een groot gevaar voor iedere gelovige is dat de tijdgeest vat op hem/haar krijgt. Allerlei denkwijzen en leringen sijpelen dan onze gedachten binnen zodat we afdwalen van de kern. Dit was al in de tijd van de apostelen (lees eens aandachtig 2Kor11:2-4) zo en dit is nu nog steeds zo. In de evangelische beweging is de tijdgeest op een grote schaal binnengedrongen. Van het leven door het geloof alleen, is de focus verschoven naar geloof en ervaringen. De Bijbel, Gods Woord, is niet meer de enige bron van openbaring, maar daarnaast zijn allerlei elementen die ‘van God’ komen. Deze zijn vooral gebaseerd op gevoel. Dit resulteert in een ‘ander’ evangelie, een ‘andere’ Jezus en een ‘andere’ geest (2Ko11:4).
Geen wonder dat weinig mensen nog geestelijk groeien en dat er nog velen zijn die niet kunnen breken met de zonde. Veel mensen verlaten teleurgesteld de evangelische beweging. Ze zijn geen stap verder gekomen in hun leven met God. Anderen missen de geestelijke diepgang. Helaas zijn er velen die niet door hebben hoezeer de tijdsgeest is binnengeslopen in het evangelische denken.
Een aantal voorbeelden van de tijdgeest binnen de evangelische beweging zijn:
*Grote nadruk op identiteit i.p.v. op bekering. ‘Het belangrijkst is dat je gaat ontdekken hoe de Vader je ziet’. Men roept niet meer op tot radicale bekering maar tot een fijn gevoel van de Vader die je liefheeft. Onze identiteit is het belangrijkste, weten wie je bent. Er zijn organisaties en stichtingen die ten doel hebben de mensen bij het Vaderhart van God te brengen. Over bekering en zonde wordt niet of nauwelijks meer gepraat. Men moet ‘zichzelf leren liefhebben’ en meer van dat soort gepraat. Jezus sprak duidelijk over het gehoorzamen van zijn geboden en het gehoorzamen van Zijn Woorden als voorwaarde voor de relatie met de Vader:
Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. Judas, niet Iskariot, zeide tot Hem: Here, en hoe komt het, dat Gij Uzelf aan ons zult openbaren en niet aan de wereld? Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen. Joh14:21-23
*Grote nadruk op de ervaring i.p.v. op het onderwijs uit Gods Woord: Profetie wordt verschoven van het spreken van Gods Woord, naar het spreken over mensen. ‘God laat me zien dat je erg veel pijn hebt’. Tongentaal is tot opbouw van jezelf. Men verstaat er niets van, maar het bouwt op. Op de vraag hoe men dat dan zo zeker weet, antwoordt men: ‘Het voelt goed’. Dit alles leidt mensen af van Gods enige bron van onfeilbare openbaring: de Bijbel. Volgens 2Tim3:16-17 is Gods Woord het enige dat nuttig is zodat de mens Gods volkomen is toegerust!
Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust. Herziene Statenvertaling
Zie ook liederen als: ‘Dan zweef ik op de wind, gedragen door Uw Geest, in de kracht van uw liefde’. Paulus leefde of zweefde niet op de liefde, of zweefde op de wind, maar zei: ‘Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden (2Tm4:7)’. Hij leefde door het geloofsvertrouwen in de Zoon van God (Gal2:20) en niet op een fijn gevoel. Let op hoe vaak er in het Nieuwe Testament over het zelf ervaren van Gods liefde wordt gesproken tegenover bekering en heiliging. Het laatste is verreweg het hoofdthema. De liefde van God is door het geloof te kennen, niet altijd te ervaren.
*Grote nadruk op het ‘je open stellen’ i.p.v. op het actief gehoorzaam zijn en het gebruiken van je verstand: ‘Stel je open voor Gods liefde’. De Bijbel spreekt nooit over het ‘je open stellen’ maar spreekt altijd over onderwijzen in de waarheid waarbij het volle verstand wordt gebruikt:
verkondig het woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en onderrichting. Want er komt een tijd, dat (de mensen) de gezonde leer niet (meer) zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich (tal van) leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren. 2Tim4:2-4
*Grote nadruk op uiterlijke dingen i.p.v. op de innerlijke dingen: ‘We moeten doen wat Jezus deed’. Zie ook het artikel op deze site ‘Doen wat Jezus deed?’ De Bijbel leert overduidelijk dat uiterlijke zaken niets zeggen over het wel of niet van God komen:
Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid. Mat7:21-23
Wij prijzen ons niet opnieuw bij u aan, maar wij geven u gelegenheid tot roem over ons, opdat gij niet verlegen staat tegenover hen, die roem zoeken door uiterlijkheden, maar niet door het hart. 2Kor5:12
In feite is de hele tweede brief van Paulus aan de Korintiërs een bewijs van waar werkelijk Gods Geest aanwezig is: in zwakheid en in een inwendig geloof. De Bijbel benadrukt altijd de vrucht, het inwendige werk, het veranderen van het denken en van het hart.
*Grote nadruk op uiterlijke effecten en uiterlijke groei: Als er genezingen zijn, wonderen gebeuren of als een gemeente groot wordt, dan is dat automatisch Gods werk. Zie het vorige punt. De gemeente van Filadelfia had kleine kracht, maar wordt toch geprezen door Jezus (Op3:8). Tegenwoordig moet een gemeente groeien en het liefst nog via managementtechnieken. Men is onder de indruk van uiterlijke dingen.
*Grote nadruk op leiderschap i.p.v. op nederigheid en zelfverloochening. Er zijn complete leiderschapsconferenties en Jezus wordt gezien als de ‘voorbeeldleider’. De Bijbel leert dat een Titus en een Timoteüs geen leiderschapstips krijgen van Paulus, maar worden opgedragen Gods Woord te prediken en met dat gezag orde op zaken te stellen, zelfs met een schuchter type als Timoteüs (2Tm1:7).
*Grote nadruk op getuigenissen i.p.v. op Gods Woord: Mensen vertellen emotionele getuigenissen terwijl Gods Woord gesloten blijft. Let daarbij eens op Paulus, die in zijn getuigenis altijd de nadruk legt op de Here Jezus:
En toen ik onder die omstandigheden naar Damascus reisde met volmacht en opdracht der overpriesters, zag ik, o koning, midden op de dag onderweg een licht, schitterender dan de glans der zon, van de hemel mij en hen, die met mij reisden, omstralen; en toen wij allen ter aarde vielen, hoorde ik een stem tot mij spreken in de Hebreeuwse taal: Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij? Het valt u zwaar tegen de prikkels achteruit te slaan. En ik zeide: Wie zijt Gij, Here? En de Here zeide: Ik ben Jezus, die gij vervolgt. Maar richt u op en sta op uw voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen om u aan te wijzen als dienaar en getuige daarvan, dat gij Mij gezien hebt en dat Ik aan u verschijnen zal, u verkiezende uit dit volk en de heidenen, waarheen Ik u zend, om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het geloof in Mij. Daarom, koning Agrippa, ben ik dat hemelse gezicht niet ongehoorzaam geweest, maar ik heb eerst hun, die te Damascus waren, en te Jeruzalem en in het gehele Joodse land en de heidenen verkondigd, dat zij met berouw zich zouden bekeren tot God en werken doen, met hun berouw in overeenstemming. Hand26:12-20
Geen overdreven emoties, maar een nuchter verslag van wat er is gebeurd. Let ook op dat de verhoogde Heer de nadruk legt op de bekering! Zie volgende punt:
*Grote nadruk op geloven i.p.v. op geloven en bekeren. ‘Als je gelooft dat Jezus voor je zonden is gestorven, ben je behouden.’ Zie citaat hierboven waar bekering de voorwaarde is tot vergeving!
*Grote nadruk op het hier en nu i.p.v. op de hoop die voor ons ligt: God wil ons nu zegenen en ons nu genezen. Zie artikel over genezing. De mens wil vandaag gelukkig zijn en niet morgen pas. De Bijbel leert dat gelovigen nu delen in het lijden van Christus, en straks delen in Zijn verheerlijking (Rm8:17). De apostel gaat dan verder en zegt dat ALLE dingen meewerken ten goede voor hen die God liefhebben (Rm8:28).
*Grote nadruk op het initiatief van de mens: ‘Wij vragen of U nu komt Heilige Geest. Kom en vul ons’. De Bijbel leert dat de Geest er altijd is, daar waar oprecht geloof is. Wij moeten de Geest niet uitdoven. De mens is nooit degene die initiatief neemt, maar God. Zelf het geloof is een gave van Hem (Ef2:8). Ook het lied: ‘Heer, U bent welkom’ is een voorbeeld van de tijdsgeest. Alsof wij bepalen of God welkom is of niet.
Paulus schreef zijn brief aan de Kolossenzen omdat ze dreigden ten onder te gaan aan de invloeden van hun tijdsgeest. ‘Blijf bij wat jullie hebben geleerd (zie Ko1:23, 2:6)’, zegt Paulus. Laat je niet wegroven naar een andere leer die iets van de tijdgeest toevoegt aan het evangelie. Zie zijn waarschuwingen in 2:8 (menselijke filosofie), 2:16 (menselijke regels) en 2:18 (menselijke spirituele ervaringen). Hij roept iedere keer weer op om te blijven bij de leer over Christus en niets daarbij te voegen.
Iemand die vol is van de Heilige Geest is vol van Gods Woord en vol van Christus. Hij/zij laat zich niet beïnvloeden door de geest van deze tijd omdat hij/zij aan de Here Jezus genoeg heeft en aan het Woord dat Hem openbaart die het Woord Zelf is.
HET grote kenmerk van de tijdgeest is dat we met onszelf bezig zijn in plaats van met de Heer. Vandaar ook dat er veel termen voorkomen zoals: in je bestemming komen, je identiteit ontdekken, Gods plan met je leven etc. De mens is graag met zichzelf bezig!
Een andere reden dat men zo makkelijk invloeden toelaat vanuit de geest van onze tijd is dat men niet wil leven door het geloof alleen. Men wil ook beleven, ervaren, voelen, meemaken, zien. Het leven met zijn lijden, moeite en zorg wil men niet. ‘Dat kan toch nooit het christelijke leven zijn’, zo redeneert men. ‘De Bijbel staat vol bijzondere gebeurtenissen en ik zit in dit leven met het geloof alleen’? Ja! Gods Woord leert ons dat we in de huidige tijd niet zien, maar toch moeten geloven. Straks zal het omgekeerd zijn. Als Jezus terugkomt is het eerst zien en dan geloven.
‘Jullie hebben volharding nodig, want als jullie de wil van God doen, ontvangen jullie uiteindelijk wat God heeft beloofd’ (naar Heb10:36).