Er is veel verwarring over de Bijbelse leer van de wederkomst van Christus. De meeste christenen worden hierdoor ontmoedigd om de Bijbel te bestuderen m.b.t. dit onderwerp. De houding is dan: ‘Er zijn toch zoveel verschillende meningen, wie zegt mij welke de juiste is’? In dit artikel wil ik een aantal van de belangrijkste punten bespreken die essentieel zijn voor het begrijpen van dat wat de Bijbel leert over Jezus’ terugkomst. Dit zijn de sleutels die door veel uitleggers gemist worden, waardoor een vertekend beeld ontstaat over de wederkomst.
Sleutel 1: Het Oude Testament schetst een toekomstverwachting die hier op neerkomt: God zal, d.m.v. de Messias, als Koning zetelen op de berg Sion en de heidense naties regeren met een ijzeren scepter, hier op aarde. Psalm 2:6+9. Jesaja 9:6 zegt: Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de HERE der heerscharen zal dit doen.Zie verder Jeremia 23:5,6 en Ezechiël 37:21,22 over deze toekomstverwachting. Jezus bevestigt dit bijv. in Mattheüs 19:28:Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, gij, die Mij gevolgd zijt, zult in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen op de troon zijner heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten.
Sleutel 2: Israël zal zijn hersteld (Hosea 3:4,5) en Jeruzalem zal de hoofdstad zijn van dit komende koninkrijk (Zacharia 2:12). Dit gaat over het letterlijke Israël en de letterlijke stad Jeruzalem, zie o.a. Zacharia 14:1-5.
Sleutel 3: De gemeente heeft een andere plaats en dus ook een andere toekomst. Dit wordt door zeer veel Bijbeluitleggers niet gezien of ontkend. Jezus belooft aan zijn discipelen in de opperzaal: Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben. Johannes 14:1-3. Dit is wat anders dan dat Jezus publiekelijk verkondigde. Hier is het een intieme belofte, bestemd voor de zijnen en niet voor de wereld. De gemeente is in een unieke verhouding met Christus gebracht. Niet dienaren tot een meester of onderdanen van een koning, maar een relatie van vriendschap en liefde.
Sleutel 4: De verwachting van de gemeente betreft de hemel, terwijl de profetieën die over de volken of over Israël gaan, altijd de aarde betreffen: Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid.En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken, Mattheüs 25:31-32. Let op hoe verschillend deze profetie is met die onder sleutel 3. Hier worden de schapen op aarde gezegend, terwijl in Johannes 14 de gemeente tot Jezus in het Vaderhuis wordt gebracht.
Sleutel 5: De wederkomst voor de gemeente is een ander moment dan de wederkomst voor Israël en de wereld. Ook deze sleutel wordt door veel uitleggers niet gezien. Voor de gemeente komt Jezus alleen, voor Israël en de wereld met alle heiligen samen (1Tessalonicenzen 3:13) en alle engelen. Voor de gemeente dus alleen: 1 Tessalonicenzen 4:16-17: want de Here zelf (Letterlijk: ‘De Here zelf en geen ander’) zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan;daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen. Hier wordt alleen gesproken over de opstanding van ontslapen gelovigen en het wegvoeren van levende gelovigen. Dit wordt de ‘opname van de gemeente’ genoemd.
Sleutel 6: Hoewel de opname van de gemeente een ander moment is dan de openbare verschijning van de Heer Jezus met al zijn heiligen (2Tes1:10) is dit in de Bijbel allemaal de komst van de Heer. Zijn komst is dus één komst (parousia=aanwezigheid), maar omvat een periode die bestaat uit verschillende gebeurtenissen. Zie 2Ts2:1: …in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus en onze bijeenvergadering tot Hem. Vergelijk dit met vers 8 waar staat: En dan zal de wettelzoze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en te niet doen door de verschijning van zijn komst. Vers 1 beschrijft de opname, vers 8 zijn verschijning, maar beiden is ‘zijn komst’.
Sleutel 7: De Here Jezus ontmoet de gemeente en de ontslapen gelovigen in de lucht waarna Hij ze meevoert naar het huis van de Vader. Hij komt niet op de aarde. Zijn voeten staan niet op de Olijfberg tijdens deze gebeurtenis. Let ook op dat Christus in 1Tessalonicenzen 4:16 Zelf zijn gemeente komt halen, terwijl in Mattheüs 24:31 staat dat engelen de uitverkoren van Israël bijeen halen.
Sleutel 8: De Here Jezus neemt de zijnen uit deze wereld weg voordat de grote verdrukking begint. Hier wringt bij de meeste uitleggers tegenwoordig de schoen. Toch is dit wat de Bijbel leert, als je tenminste alle gegevens zorgvuldig bestudeert. Het woord ‘weggevoerd’ uit 1 Tessalonicenzen 4:17 is ‘harpazo’ en heeft de betekenis van ‘wegrukken’ voordat er iets vreselijks gebeurt. Zie Openbaring 12:5 waar het kind wordt weggerukt naar God en naar zijn troon als de draak het wil verslinden. Het is noodzakelijk dat Christus zijn lichaam bij Zich heeft voordat de oordelen over deze aarde losbarsten (zie sleutel 8). De gemeente oordeelt de wereld (1Ko6:2) wat in Openbaring 4 al begint en in Op6-19 wordt uitgevoerd.
Sleutel 9 De grote verdrukking omvat dezelfde periode als de Dag des Heren hoewel dit laatste zijn hele wederkomst plus het daarop volgende vrederijk beschrijft. De grote verdrukking is de periode tussen de opname van de gemeente en de zichtbare terugkomst van Jezus samen met al zijn heiligen. Het is de tijd van de ‘toorn’ of de ‘wraak’ van God over alle goddeloosheid. Zie mijn artikel over ‘de dag des Heren’ over details. De gebeurtenissen die zijn beschreven in Openbaring 6-19 beschrijven deze periode, waarbij Openbaring 16 de grimmigste periode beschrijft. De gemeente is in Openbaring 4 in de hemel, samen met alle gelovigen uit het Oude Testament, beschreven als 24 oudsten (en de vier levende wezens, maar dat voert hier te ver), zittend op 24 tronen en met kronen op het hoofd. Deze beschrijving geldt nooit voor overleden gelovigen, maar voor verheerlijkte gelovigen die tot hun bestemming zijn gekomen, met verheerlijkte lichamen. Zij komen met Christus naar de aarde in Openbaring 19:14, voorgesteld als legers op witte paarden.
Sleutel 10: De gemeente is niet bestemd tot toorn. Dit lezen we in 1 Tessalonicenzen 5:9: …want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de behoudenis door onze Heer Jezus Christus…(Telos). De grote verdrukking is de uitvoering van de toorn van God. De gemeente hoeft niet door deze toorn heen, want Christus heeft de toorn voor de zonde voor hen gedragen. ‘Jezus, die ons redt van de komende toorn’ (1Tessalonicenzen 1:10). Het ‘verkrijgen van de behoudenis’ is het ontvangen van het verheerlijkte lichaam, zoals de apostel ons leert in Romeinen 8:23 en 1 Korinthiërs 15:51-53. Dan zullen wij worden ‘bewaard voor het uur van de verzoeking, die over de hele aarde zal komen, om te verzoeken, hen die op de aarde wonen (Openbaring 3:10)’.
Sleutel 11 De gemeente zal met Christus regeren na de grote verdrukking in het 1000-jarig Vrederijk. Zij zal dit doen vanuit de hemel, voorgesteld in het beeld van het nieuwe Jeruzalem, een geestelijke stad. Het is dan ook een hemels koninkrijk dat Paulus verwachtte in 2 Timotheüs 4:18. Lees ook 2 Timotheüs 2:12 ‘met Hem regeren’.
Deze visie wordt door sommigen soms wat neerbuigend weggezet als de ‘bedelingenleer’ of ‘dispensatieleer’, maar bovenstaande is wat er geschreven staat in Gods Woord. Het is belangrijk Gods plan te kennen!