En de discipelen kwamen en zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen? Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven. Mt13:10-11
In dit artikel wil ik een zeer spannend thema behandelen: de geheimenissen van het koninkrijk van God. Het is, zoals bovenstaande tekst zegt, niet aan alle mensen gegeven deze geheimenissen te begrijpen. Het merendeel van Israël begreep niet waar Jezus over sprak. Ze konden het niet begrijpen, omdat het alleen te begrijpen is door de heilige Geest (1Ko2:14). In de persoon van Christus openbaarde God pas ten volle wat er in zijn hart was. Voordat Jezus kwam was nog niet alle waarheid geopenbaard. Daarom zegt Jezus even verderop:
Voorwaar, Ik zeg u: Vele profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien wat gij ziet, en zij hebben het niet gezien, en te horen wat gij hoort, en zij hebben het niet gehoord. Mt13:17
De discipelen hoorden nieuwe dingen, ‘geheimenissen’ genoemd. Deze geheimenissen of verborgenheden (in het Grieks: Mysterion), zijn waarheden die alleen begrepen kunnen worden door volgelingen van Jezus die dit door de Geest krijgen geopenbaard. We zien hierin grofweg twee groepen:
A: De geheimenissen die Jezus openbaarde voor zijn hemelvaart
B: De geheimenissen die Jezus aan Paulus heeft geopenbaard na zijn hemelvaart. (Zo moet men ons beschouwen: als dienaren van Christus, aan wie het beheer van de geheimenissen Gods is toevertrouwd. 1Ko4:1)
Het woord komt daarnaast ook nog vier keer voor in het boek Openbaring (1:20; 10:7; 17:5 en 7).
Het woord ‘geheimenis’ wordt drie keer door Jezus gebruikt. In Mt13:. Mk4:11 en Lk8:10. Alle drie de keren in hetzelfde betoog, na de gelijkenis van de zaaier. Jezus spreekt tot de menigte in gelijkenissen opdat zij de geheimenissen van het koninkrijk Gods niet zouden begrijpen. Alleen zij die er open voor stonden, ontvingen door Gods Geest openbaring.
De in goede aarde gezaaide is hij, die het woord hoort en verstaat, die dan ook vrucht draagt en oplevert, deels honderd-, deels zestig-, deels dertigvoudig. Mt13:23
Deze geheimenissen omvatten de geestelijke principes van het koninkrijk Gods: Jezus is de Messias, de Zoon van God, die zijn leven komt geven voor de zijnen. Door onderwerping en gehoorzaamheid aan zijn geboden dragen zij vrucht en genieten zij een relatie met Hem door zijn Geest. In deze relatie leren zij de Vader kennen die Zich heeft geopenbaard in de Zoon. Deze Zoon zal terugkeren naar de aarde om zijn koninkrijk op te richten en het oordeel uit te spreken over de trouwen en de ongehoorzamen. De geheimenissen in de gelijkenissen van Jezus spreken dus over de verborgen toestand van het koninkrijk. Dit was niet geopenbaard in het Oude Testament, daar sprak men alleen over de zichtbare vestiging van dit rijk. Voordat dit gaat gebeuren, is het koninkrijk van God een ondergedoken koninkrijk (zie artikel: het koninkrijk van God).
Nu gaan wij kijken naar de geheimenissen die zijn geopenbaard aan Paulus (en de overige apostelen en profeten, zie Ef3:5). Paulus heeft dit schriftelijk aan ons overgeleverd, het is dan ook wat hij noemt ‘mijn evangelie’ (2Tm2:8). De prediking van Paulus bevatte aan de ene kant elementen die ook al bekend waren in het Oude Testament:
Als een getuige, die hulp van God heeft ontvangen tot op deze dag, sta ik dus hier voor klein en groot, zonder iets anders te zeggen dan wat de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zou, namelijk, dat de Christus zou lijden, en dat Hij als eerste uit de opstanding der doden het licht zou aankondigen en aan het volk en aan de heidenen. Hd26:22-23.
Aan de andere kant bevatte de boodschap van Paulus allerlei nieuwe openbaringen, die nog onbekend waren in het Oude Testament. Paulus spreekt namelijk over geheimenissen die betrekking hebben op de gemeente en niet, zoals Jezus deed, betrekking hebben op het koninkrijk Gods. Dit zijn twee verschillende zaken. Paulus openbaarde, door de Geest, geheimenissen over de gemeente en het leven van de christen. Het zijn:
1. Het geheimenis van de verharding van Israël. Want, broeders, opdat gij niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik u niet onkundig laten van dit geheimenis: een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat, en aldus zal gans Israël behouden worden. Rm11:25,26A. God heeft Israël verhard zodat het evangelie naar de heidenen kon worden gebracht.
2. Het geheimenis van de gekruisigde Christus. Maar wat wij spreken, als een geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods, die God (reeds) van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid. 1Ko2:7. Dat door de kruisdood van Christus mensen vrij konden komen van hun zonden is een wijsheid van God die aan Paulus werd geopenbaard.
3. Het geheimenis van de opstanding uit de doden. Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. 1Ko15:51,52. Het sterfelijke lichaam kan niet zomaar opgenomen worden in heerlijkheid bij de terugkomst van Jezus. Hiervoor moet dat lichaam eerst worden veranderd in een onsterfelijk opstandingslichaam.
4. Het geheimenis van de regering van de mens Christus over alle dingen samen met de gemeente. Door ons het geheimenis van zijn wil te doen kennen, in overeenstemming met het welbehagen, dat Hij Zich in Hem had voorgenomen, om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder één hoofd, dat is Christus, samen te vatten, in Hem, in wie wij ook het erfdeel ontvangen hebben, waartoe wij tevoren bestemd waren krachtens het voornemen van Hem, die in alles werkt naar de raad van zijn wil, Ef1:9-11. Christus zal samen met de gemeente aan het hoofd staan van alles in het Vrederijk en daarna.
5. Het geheimenis van de medezegen voor de heidenen in Christus. (dit geheimenis), dat de heidenen mede-erfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de belofte in Christus Jezus door het evangelie, Ef3:6. Nadat de Joden het evangelie massaal af hebben gewezen gaat Paulus naar de heidenen. Zij genieten ook van de zegeningen het nieuwe Verbond door het bloed van Christus.
6. Het geheimenis van het huwelijk als beeld van Christus en zijn bruid, de gemeente. Daarom zal een man [zijn] vader en [zijn] moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn. Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en [op] de gemeente. Ef5:31-32. Christus heeft een bruid en dit wordt door ieder huwelijk uitgebeeld dat door de Geest geregeerd wordt.
7. Het geheimenis van het evangelie: Christus in ons. het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen. Hun heeft God willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van dit geheimenis is onder de heidenen: Christus onder u, de hoop der heerlijkheid. Ko1:26-27 Hier staat letterlijk: Christus in u. Hij woont in de gemeente die zijn lichaam is (1Ko12:27).
8. Het geheimenis van God: Christus Zelf. Opdat hun harten getroost en zij in de liefde verenigd worden tot alle rijkdom van een volledig inzicht, en zij het geheimenis Gods mogen kennen, Christus, in wie al de schatten der wijsheid en kennis verborgen zijn. Ko2:2-3. Het leven van een gelovige is Christus en Hem alleen.
9. Het geheimenis van de opname van de gelovigen samen met de ontslapenen (hoewel dit woord geheimenis hier niet voorkomt). Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen. 1Ts4:15-17
10. Het geheimenis van de wetteloosheid. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. 2Ts2:7. Er is al een onzichtbaar principe aan het werk wat zal uitmonden in de regering van de antichrist. Nu wordt deze persoon nog tegengehouden door ‘iets’. Als dat is weggenomen, kan de antichrist zich openbaren.
11. Het geheimenis van het geloof. maar het geheimenis des geloofs bewarend in een rein geweten. 1Tm3:9. Alle geopenbaarde dingen zijn voor het geloof zichtbaar; het is Christus zelf in ons.
12. Het geheimenis van de godsvrucht: de vleeswording van Christus. En buiten twijfel, groot is het geheimenis der godsvrucht: Die Zich geopenbaard heeft in het vlees, is gerechtvaardigd door de Geest, is verschenen aan de engelen, is verkondigd onder de heidenen, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid. 1Tm3:16
In Rm16:25,26 zegt Paulus: Hem nu, die bij machte is u te versterken – naar mijn evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring van het geheimenis, eeuwenlang verzwegen, maar thans geopenbaard en door profetische schriften volgens bevel van de eeuwige God tot bewerking van gehoorzaamheid des geloofs bekendgemaakt onder alle volken …
Het komt er eigenlijk op neer dat Paulus de volken de volheid van het evangelie verkondigde: niet alleen dat Jezus voor mijn zonden is gestorven, niet alleen dat Hij nu verheerlijkt is aan Gods rechterhand, niet alleen dat Hij straks terugkomt, maar dat door zijn kruis en opstanding wij behoren tot een totaal nieuw bestel, niet meer van deze aarde, maar burgers van een rijk in de hemel. Daar is ons leven.
en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus, Ef2:6
Hun einde is het verderf, hun God is de buik, hun eer stellen zij in hun schande, zij zijn aardsgezind. Want wíj zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen. Fp3:19-21
Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. Ko3:1-3
Dit geheimenis moet ons worden geopenbaard door de Geest van God. Wij zijn niet meer burgers van een aards koninkrijk (Nederland), maar van een rijk in de hemel. Dit betekent dat al onze rechten en plichten in Christus zijn vervuld. Alles wat ons hier beneden overkomt en bezighoudt, moet in het perspectief worden bekeken van onze nieuwe positie. Vandaar dat Paulus ook schrijft aan de Galaten:
Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers één in Christus Jezus. Gl3:28
We zijn nu een totaal nieuwe mens geworden in Christus. Hier geldt niet meer het aardse onderscheid.
en u met de nieuwe mens bekleed hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft. Daarbij is niet Griek en Jood van belang, besnedene en onbesnedene, barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar Christus is alles en in allen. Ko3:11 Herziene Statenvertaling
Alles wat ons overkomt, werkt mee ten goede, dat is dat het beeld van Christus in ons zichtbaar wordt (Rm8:28,29). We hebben een hemelse identiteit (Ko3:3), een hemels burgerschap (Fp3:20), een hemels huis (Jh14:2), we ontvangen een hemels lichaam (2Ko5:1,2), een hemelse stad (Hb13:14), een hemels erfdeel (Ko1:12), een hemelse familie (Mk10:30), een hemels koninkrijk (2Tm4:18), en we zijn verbonden met een hemelse mens (Ko3:1-3), wiens hemelse heerlijkheid wij zullen krijgen (1Ko15:49; 2Ts2:16). ALLES is veranderd nu we hemelse mensen zijn geworden. Het hele onderwijs van Paulus is erop gericht dat hemelse leven hier op aarde zichtbaar te maken door gehoorzaamheid aan Christus. Dit doen we door te geloven wat Gods Woord ons zegt over onze werkelijke identiteit en toekomst. We leven dit aardse leven in dat geweldige perspectief, door geloof en niet door aanschouwen, zie ook hier.