En Jezus antwoordde en sprak wederom in gelijkenissen tot hen en zeide: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een koning, die voor zijn zoon een bruiloft aanrichtte. En hij zond zijn slaven uit om de ter bruiloft genodigden te roepen, doch zij wilden niet komen. Wederom zond hij andere slaven uit, met de boodschap: Zegt de genodigden: Zie, ik heb mijn maaltijd bereid, mijn ossen en gemeste beesten zijn geslacht en alles is gereed; komt tot de bruiloft. Maar zij sloegen er geen acht op en gingen heen, de een naar zijn akker, de ander naar zijn zaken. De overigen grepen zijn slaven, en zij mishandelden en doodden hen. En de koning werd toornig, en hij zond zijn legers uit en verdelgde die moordenaars en stak hun stad in brand.Toen zeide hij tot zijn slaven: De bruiloft is wel gereed, maar de genodigden waren het niet waard. Gaat daarom naar de kruispunten der wegen en nodigt allen, die gij aantreft, tot de bruiloft. En die slaven gingen naar de wegen en verzamelden allen, die zij aantroffen, zowel slechten als goeden. En de bruiloftszaal werd vol met hen, die aanlagen. Toen de koning binnentrad om hen, die aanlagen, te overzien, zag hij daar iemand, die geen bruiloftskleed aanhad. En hij zeide tot hem: Vriend, hoe zijt gij hier gekomen zonder bruiloftskleed? En hij verstomde. Toen zeide de koning tot de bedienden: Bindt hem aan handen en voeten en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars.Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. Mattheüs 22:1-14
De Here Jezus heeft een groot verlangen: De Israëlieten tot Zich brengen. In deze gelijkenis zien we dat Hij de Israëlieten uitnodigt tot de bruiloft. Dit symboliseert wat God in gedachten heeft voor zijn volk: vrede, blijdschap en feest. Veel uitleggers denken bij het woord ‘bruiloft’ in de gelijkenissen vrijwel gelijk aan de bruiloft van het Lam (Op19) en komen tot gekunstelde constructies, alsof de Heer hier al iets zegt over dit geheimenis. Het gaat echter enkel en alleen om het symbool van feest en geluk voor Israël. In het Oude Testament wordt aan hen het koninkrijk beloofd met vrede en gerechtigheid (zie o.a. Jesaja 2, 11, 32 en 65). Helaas wilden de meesten niet komen, zoals Jezus dit ook zegt in het volgende hoofdstuk, Mattheüs 23:37:
Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar jullie hebben het niet gewild.
Dit ‘niet willen’ zien we ook in de gelijkenis terugkomen. ‘Die wilden niet komen’ in vers 3 en ‘Ze negeerden hen’ in vers 5. Hoewel God (en dit is Jezus, zie hoe Hij zegt: Hoe dikwijls heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen…Mt23:37; zie boven) vele profeten stuurde om het volk Israël tot Hem te brengen, luisterden ze niet. Sterker nog, ze mishandelden en vermoordde hen (zie Mattheüs 22:6 en 23:37). Dan wordt hun stad in brand gestoken, hetgeen in 70 n.Chr. is gebeurd: Jeruzalem werd door de Romeinen verwoest en verbrand.
De boodschap gaat nu uit naar de heidenen. De ‘slaven’ zijn de discipelen die uit zijn gegaan en het evangelie over de wereld hebben gebracht. Zowel ‘goede als slechte’ geven gehoor aan de oproep. Niet ieder die zegt ‘Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan’ (zie Mt7:21). Sommige uitleggers concluderen dat het is ‘afgelopen’ met Israël en dat hun enige hoop nog is, het invoegen in de gemeente. Men vergeet daarbij wat het doel is van dit evangelie aan Mattheüs. Hij toont Israël hun Messias en hun eigen ongehoorzaamheid. Daarbij eindigt hij met het uitgaan naar de heidenen. Dat er daarna nog herstel is voor het hele volk Israël, d.w.z. alle twaalf stammen, leert de Schrift overduidelijk. Zie mijn artikel over de toekomst van Israël op deze site (Bijbelse onderwerpen>eindtijd).
Zodra de Koning inspectie doet en iemand vindt zonder bruiloftskleed wordt deze man buitengeworpen. Hij hoort er niet bij. Hij is niet bekleed met het juiste kleed, het bruiloftskleed. Dit spreekt van de gerechtigheid die uit het geloof in Jezus is. Velen zijn geroepen, een heel volk (Israël)! Weinigen zijn uitverkoren, alleen zij die erkennen dat hun eigen ‘kleed’ niet voldoende is! Er is alleen behoud door het bloed van Christus. Door geloof worden wij met Hem bekleed (Zie Galaten 3:27).