Onderstaand artikel heb ik geschreven voor tieners. Het gaat over de vraag: Wat is het belangrijkste in je geloofsleven?
Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. Matteüs 16:13-17
We lezen hier dat Jezus een persoonlijke vraag stelt aan zijn discipelen: “Wie ben Ik volgens jullie?” De mensen hadden allerlei meningen over Jezus, de één zei dat Hij Johannes de Doper was, de ander Elia of Jeremia. Zo zijn er vandaag ook zeer veel meningen over Jezus. Toen werd Jezus dus vergeleken met profeten. Men had zeer mooie en vrome beschrijvingen van Jezus. Je zou maar worden vergeleken met dit soort grote profeten! Toch maakt dit geen enkele indruk op Jezus. Logisch ook, Hij is vele malen groter dan al deze profeten bij elkaar! Hij wil daarom weten wie zijn discipelen denken dat Hij is.
Het gaat er Jezus niet om wat ‘de mensen’ van Hem vinden, maar wat zijn dierbare vrienden van Hem vinden. Petrus, zoals gewoonlijk weer haantje de voorste, geeft meteen antwoord. Hij zegt: “U bent de Messias, de Zoon van de levende God”. Dit was een prachtig antwoord van Petrus. ‘Messias’ betekent ‘gezalfde’. In het Oude Testament wordt door de profeten Iemand aangekondigd, die het Joodse volk zou bevrijden van al hun vijanden. Deze Persoon zou koning worden en een koninkrijk zou vestigen in Israël. Van al die vele Bijbelgedeelten over deze Messias kies ik er eentje uit:
In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan. Daniël 7:13-14
Hier lezen we dat een mens van de Here God het koningschap krijgt over deze aarde. Petrus’ antwoord was dus dat Jezus deze mens was. Om te weten dat Jezus de Messias is, heb je de hulp nodig van God. Hij moet je dat openbaren. Je kunt het niet zelf ontdekken door er studie naar te doen. Daarom zegt Jezus ook tegen Petrus: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel’ (Matteüs 16:17). Alleen door de Heilige Geest kunnen we weten dat Jezus de Messias is. We kunnen dat niet zelf ontdekken door ons eigen verstand te gebruiken. Het moet ons worden duidelijk gemaakt door God. Lees wat Johannes schrijft hierover:
Bestaat er een grotere leugenaar dan iemand die ontkent dat Jezus de christus is? De antichrist is ieder die de Vader en de Zoon niet erkent. Ieder die de Zoon niet erkent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon erkent, heeft ook de Vader. 1 Johannes 2:22-23
Een ander woord voor Messias is ‘Christus’ (het Griekse woord). De geest van deze wereld ontkent dat Jezus de Messias, de Christus is, maar de Vader openbaart ons de waarheid. Nu was Petrus een Jood, en hij wist heel goed wat het Oude Testament leerde over de Messias. De Vader had hem duidelijk gemaakt dat alles wat er geschreven stond allemaal over Jezus gaat. Nu zegt Petrus er nog wat bij en dat is: de Zoon van de levende God. De Messias werd ook wel de ‘zoon’ van God genoemd in het Oude Testament. De koning die God had uitgekozen noemde Hij ook een ‘zoon’. We zien dat bijvoorbeeld in Psalm 2:6 en vers 12:
Ikzelf heb mijn koning gezalfd, op de Sion, mijn heilige berg. (…) Bewijs eer aan zijn zoon met een kus.
De koning naar Gods hart wordt dus ook ‘zoon’ genoemd. In die zin is Jezus dus DE zoon, de Messias, de komende koning van Israël. Maar nu is het mooie dat Jezus ook de Zoon van de levende God is. Hij is ook God de Zoon, de eeuwige Zoon die altijd bij de Vader was. Jezus is God! Ook dat is een aspect van wie Jezus is dat ons moet worden geopenbaard door de Vader. Jezus is én God én mens. In Jezus is God mens geworden en heeft Hij de zonden op Zich genomen. Hij heeft niet alleen dit geweldige werk gedaan, maar Hij heeft ons ook laten zien wie de Vader is. Petrus ‘wist’ deze dingen doordat de Vader hem dit had geopenbaard. Maar Petrus wist nog lang niet alles wat er over Jezus te weten is! De Heilige Geest was namelijk nog niet uitgestort. Dat gebeurde pas op de Pinksterdag, een paar jaar later, na deze mooie woorden van Petrus. Jezus zegt daarover:
Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Johannes 16:12-13
Toen de Heilige Geest kwam, kon Petrus pas de weg gewezen worden naar de volle waarheid over Jezus. Eigenlijk is het zo, dat jouw geestelijk leven staat of valt met jouw kennis over Jezus! Hoe meer je weet wie Hij is, hoe sterker je staat in je geloofsleven. Alles draait namelijk om Jezus. Je bent zijn leerling geworden toen je voor Hem koos en Hij wil dolgraag dat je Hem goed leert kennen. Dit gaat niet eenvoudig, we hebben daar een stukje geestelijke discipline voor nodig anders verwatert het allemaal en dan weten we uiteindelijk maar heel weinig over Jezus te vertellen. De Hebreeën werd dat duidelijk gemaakt met de volgende woorden:
Hierover (over Jezus’ werk nu in de hemel, DJJ) valt nog veel te zeggen, maar het is moeilijk aan u uit te leggen, omdat u traag van begrip bent geworden. Werkelijk, u had toch inmiddels allemaal leraar moeten zijn! In plaats daarvan hebt u er zelf een nodig om u opnieuw de grondslagen van het woord van God bij te brengen; het is met u zover gekomen dat u weer aangewezen bent op melk in plaats van op vast voedsel. (…) We moeten de eerste beginselen van de leer over Christus hier toch maar laten rusten en ons richten op wat voor volwassenen bedoeld is. Hebreeën 5:11-12; 6:1
Ze waren nog niet klaar voor het volwassen onderwijs over Jezus! Ze waren teruggevallen naar de simpelste dingen over Jezus. Ze konden het niet meer begrijpen. Er is namelijk nog zoveel meer! Hij is nu namelijk in de hemel. Petrus wist in Matteüs 16 te vertellen wie Hij was toen Hij op aarde was, maar nu is Hij nog veel meer omdat Hij in de hemel is als Mens. Hij is daar jouw Hogepriester, die jouw zaken voor God behartigt! Hij bidt voor je, Hij wil je inspireren met Zijn Geest, Hij is jouw leven, jouw hoop. Omdat Hij daar is, ben jij daar ook! Hij is daar boven alle machten van de duisternis gesteld. Er valt zoveel over te zeggen dat ik daar hier geen ruimte voor heb. Het is genoeg om te zeggen dat deze Jezus jouw hart helemaal wil vullen met Zichzelf. Paulus bidt daarom de volgende woorden:
Moge hij vanuit zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door zijn Geest, zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, Efeziërs 3:16-17
Hier staat niet dat Jezus al woont in je hart, maar dat Hij dat nog moet gaan doen! Dat is geestelijke groei. Hij wil namelijk jouw hart helemaal vullen. Je denken moet gericht zijn op Hem (eigenlijk gaat de tekst over het collectief. Christus kan pas woning maken in meerdere harten. Hij kan pas gekend worden als Hij door meerdere mensen wordt gediend. Hij wordt dus gezien in alle heiligen en niet alleen in een individu, daar is de volheid van Christus te omvangrijk voor). Daar heb je Gods hulp bij nodig. Petrus had die hulp ook nodig. Wel had hij al een belangrijke stap genomen: Hij was door zijn broer Andreas tot Jezus gebracht (Johannes 1:41-43). Hij toonde belangstelling voor Jezus en zette zijn hart daarmee open voor wat God de Vader allemaal over Hem aan hem bekend zou maken. Hij deed dus zelf ook wat: zijn hart openen voor Gods onderwijs over Jezus. Aan het einde van zijn leven schrijft deze Petrus:
groei in de genade en in de kennis van onze Heer en redder Jezus Christus. 2 Petrus 3:18
Als je goed leest, zul je merken dat het Nieuwe Testament steeds weer wijst op het leren kennen van Jezus. Dit is niet alleen maar theologische kennis, maar kennis van het hart. Je leert deze dingen door met Jezus om te gaan, met Hem te praten en de Bijbel te bestuderen. Alles wat je nodig hebt is namelijk te vinden in Jezus.
Zo wil ik hen bemoedigen en hen in liefde bijeenhouden, opdat ze tot de volle rijkdom van allesomvattend inzicht komen, tot de kennis van Gods mysterie: Christus, in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen. Kolossenzen 2:3
Sommige mensen zullen je vertellen dat je nog van alles nodig hebt om een goed christen te worden. De Bijbel zegt dat je alles al hebt gekregen daarvoor (lees maar eens Kolossenzen 2:10). Je bent namelijk door God één gemaakt met Jezus. Je bent met Hem begraven, met Hem opgestaan en met Hem in de hemel gezet (Efeziërs 2:1-6). In Hem zijn alle schatten van wijsheid en kennis verborgen. Het is nu jouw verantwoordelijkheid om meer te gaan leren over Jezus. God zal je daarbij helpen door zijn Geest. De Heilige Geest is gekomen om jou te leren wie Jezus is, niets meer en niets minder. Het doel is: worden als Hij, een heilig leven leiden. Het belangrijkste van alles is dat wij gaan lijken op Hem. Richt ja daarom op Hem, want alleen Hij kan ons doen lijken op Hem. Hij woont in ons, dat moeten wij leren begrijpen. Dan zul je ook gaan worden als Jezus, gaan denken als Hem, gaan doen als Hij. Maar het begint bij jouw wil. Wil je meer over Hem leren?