Om te kunnen weten wat Gods gedachten zijn hebben wij de Bijbel, het kostbare boek dat is geïnspireerd door de Geest van God. Als Bijbelleraar probeer ik dan ook iedere keer zo nauwkeurig mogelijk na te gaan wat de tekst precies zegt om zo helder mogelijk over te brengen wat Gods woord leert. Hierbij gebruik ik voor het Nieuwe Testament de Telosvertaling (Herziene Voorhoeve) uit 1982 omdat ik deze zeer betrouwbaar acht. Nu is er de laatste tijd, van verschillende kanten richting mij forse kritiek gekomen op deze vertaling. Vooral de stukken die de Belg Marc Verhoeven op zijn website heeft geplaatst waarin hij spreekt over de ‘corrupties’ van de Telosvertaling waren aanleiding voor veel mensen om mij hierover aan te spreken. ‘Hoe durft u Telosvertaling nog te gebruiken, want Marc Verhoeven toont aan dat deze ‘corrupt’ is’. Heeft hij gelijk?

‘Groeien doe je met een goede Bijbel’ is zijn motto, maar vervolgens stelt hij alles in het werk om de lezer ervan te overtuigen dat dit toch enkel en alleen de Statenvertaling is, de rest is corrupt. Het lijkt me daarom goed om in dit uitgebreide artikel eens stil te staan bij de vraag welke Griekse handschriften er eigenlijk zijn gebruikt voor de Telosvertaling en of die nu werkelijk zo corrupt zijn als door o.a. Verhoeven wordt beweerd. Overigens vinden we in Nederland ook fervente aanhangers van de Statenvertaling als enige betrouwbare vertaling. Zo vond ik deze uitspraak op de website van een gemeente:

In Nederland zijn er zeker al meer dan 10 Bijbelvertalingen, terwijl er toch maar één Gods Woord kan zijn. Er is maar één waarheid. Alles daarnaast is niet anders dan leugen.

Het is werkelijk schrijnend om te zien hoe in één zin er een verschil tussen vertaling en oorspronkelijke bedoeling door elkaar wordt wordt gehaald. Het feit dat er meerdere vertalingen zijn bewijst volgens deze schrijver ‘dus’ dat er maar één Gods woord kan zijn! Hij begrijpt kennelijk niet dat iedere vertaling mensenwerk is en hoewel de ene dichter bij de grondtekst is dan de ander, dit niet wil zeggen dat één specifieke vertaling gelijkgesteld kan worden met Gods onfeilbare woord!

Om deze materie goed te begrijpen is het noodzakelijk om de geschiedenis weer te geven van de ontdekkingen van de manuscripten en de praktijk van de zogenaamde ‘tekstkritiek’, de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van alle oude handschriften die bewaard zijn die de basis vormen van de vertaling van de Bijbel. We zullen ons in dit artikel beperken tot de Griekse handschriften van het Nieuwe Testament. De originele handschriften (de ‘autografa’) die zijn geschreven door de apostelen zoals Petrus en Paulus zijn allemaal verloren gegaan. Alle duizenden handschriften die we nu hebben (rond de 5700 handschriften waarvan sommige de complete NT-tekst vormen, delen van het NT en nog 13000 fragmenten ervan) zijn overgeschreven van eerdere edities en in dit proces zijn in de loop van de eeuwen meerdere overschrijffouten ingeslopen. Dit kwam door meerdere redenen, maar we weten dat dit is gebeurd gezien de vele minieme verschillen tussen de handschriften. Door nu zorgvuldig de verschillende handschriften met elkaar te vergelijken probeert de ’tekstcriticus’ de oorspronkelijke tekst te reconstrueren. Aangezien er steeds meer handschriften werden ontdekt, werden de meeste fouten er snel uitgepikt doordat bijv. negen tekstvarianten hetzelfde hadden, maar de 10e iets anders. Dat moet dus een overschrijffout zijn. Overigens is door al die kleine foutjes geen enkel groot leerstuk van het christendom in gevaar gekomen.

Toch beweert Verhoeven stellig: Er is geen nood aan een ‘betere’ grondtekst ; ze is Godgegeven. Dit toont niet alleen een schrikbarende onkunde aan over de hele geschiedenis en ontwikkeling van de kennis van de grondtekst, het spreekt ook van een vooringenomen ‘geloof’ waardoor alle andere argumenten worden genegeerd. Als je eenmaal gelooft dat God Zelf de grondtekst beschikbaar heeft gesteld, dan is alle tegenspraak een aanval op Hem Zelf! Sterker nog, alle andere vertalingen zijn werk van de duivel. Ik citeer Verhoeven (website): ‘We hebben de HSV en de SV1977. Al de rest is het harde werk van de duivel om verwarring en leugen te zaaien’.

Iemand als Marc Verhoeven beweert dus bij hoog en bij laag dat de Statenvertaling uit 1637 (SV1977) de enige betrouwbare vertaling is (en de HSV, Herziene Statenvertaling, daarop gebaseerd). Zij die dit geloven vormen bijna een sektarische groep die zeer fanatiek deze ene betrouwbare vertaling te vuur en te zwaard verdedigen. Internationaal noemen wij deze groep de ‘King James Only’ (de Engelse vertaling uit 1611 ook gebaseerd op de Textus Receptus, zie onder) -aanhangers, zij zweren bij de King James vertaling (KJ). Volgens hen is de ‘Textus Receptus’ de ‘enige betrouwbare’ Griekse grondtekst. Verhoeven schrijft verder op zijn website:

God heeft Zijn Woord bewaard, vooral in de Reformatiebijbels. De belangrijkste is de Authorized of King James Version (AV of KJV 1611), en voor ons Nederlandstaligen is er de Statenvertaling (SV 1637).

Zij die deze overtuiging aanhangen accepteren geen andere vertaling naast bovengenoemde SV en KJ. In hun ogen heeft God ervoor gezorgd dat de SV en de KJ tot stand kwamen en alle latere vertalingen zijn onbetrouwbaar (alsof dus alle gelovigen van voor 1611 en in Nederland voor 1637 niet de ‘door God bedoelde’ vertaling hebben gehad). Laten we dus eens globaal kijken naar de Griekse tekst die is gebruikt voor de KJ en de SV. Dit is de eerder genoemde, zogenaamde ‘Textus Receptus’ (TR: ‘aanvaarde tekst’) die in 1516 voor het eerst werd gepubliceerd (door de uitvinding van de boekdrukkunst) door Desiderius Erasmus in de tijd dat alleen de Vulgata, de Latijnse vertaling uit de vierde eeuw algemeen aanvaard was. Deze TR (die meerdere versies kreeg, zie verderop) was niet gebaseerd op één manuscript maar een samenstelling van meerdere manuscripten (Erasmus beschikte over slechts vijf) die men destijds voorhanden had. Dit maakte de TR de tot dan toe meest betrouwbare Griekse tekst die men voorhanden had (maar die niet veel ouder was dan circa de elfde eeuw) die wij het ‘Byzantijnse tekst-type’ noemen. Verhoeven stelt deze TR echter zonder blikken of blozen gelijk met ‘de grondtekst van het Grieks’ als hij zegt:

In het NT vergelijk ik altijd met de Textus Receptus (TR), de Griekse grondtekst.

Alsof ‘de’ Griekse grondtekst van de TR het einde is van alle tegenspraak en de ‘definitieve’ grondtekst is. Maar feit is dat de vertalers van de SV en de KJ niet één Griekse tekst gebruikt hebben maar hebben zij verschillende bronnen geraadpleegd namelijk de TR-versies van Erasmus (vijf edities), maar ook van ene Robert Stephanus (1551, vier edities) en Theodore Beza (1598, tenminste vier edities). Waar al deze edities van de TR soms verschillen hadden, moesten de vertalers van de SV en de KJ keuzes maken. Er waren dus verschillende versies van de TR die onderling verschilden van elkaar! Zo hebben Erasmus en Beza Rom12:11 ‘de Heer dienend’ en heeft Erasmus later in overeenstemming met Stephanus ‘de tijd dienend’. Als wij dus historisch spreken over de ‘Textus Receptus’ dan hebben we het over het tekst-type dat in verschillende edities met onderlinge kleine verschillen tot stand is gekomen. ‘De’ TR bestaat dus niet en Verhoeven kan dan ook niet spreken van ‘de’ Griekse grondtekst. Bovendien waren de beschikbare manuscripten niet ouder dan de 10e eeuw. Maar in latere tijden begon men met het ontdekken van veel oudere Griekse handschriften. Lobegott Friedrich Constantin von Tischendorf begon in 1844 een zoektocht naar Bijbelse manuscripten en vond in 1859 in een klooster de ‘Codex Sinaïticus’, een manuscript van rond de vierde eeuw na Christus, dus circa 700 jaar ouder dan de tekst van de TR (!), waar Wescott en Hort in 1881 hun beroemde revisie van het Griekse Nieuwe Testament uitvoerden. Ook het ontdekte manuscript genaamd ‘Codex Vaticanus’ stamt uit de 4e eeuw en is belangrijk in de huidige tekstkritiek.

Naast deze vondsten volgden in 1892 (een oud Syrische vertaling), in 1897 (o.a. enkele derde eeuwse fragmenten) en in 1930 (o.a. fragmenten uit het eerste deel van de derde eeuw) spectaculaire vondsten. Deze verzameling handschriften die we de ‘kritische tekst’ (vanwege de doordachte manier waarop men vanaf de 19e eeuw de wetenschap bedreef van de tekstkritiek) noemen, wordt ook wel het ‘Alexandrijnse tekst-type’ genoemd (waar o.a. de Telosvertaling op is gebaseerd. De kritische tekst maakt overigens óók gebruik van sommige Byzantijnse teksten). Onthoud dat in tegenstelling tot de slechts enkele tientallen Griekse handschriften waarop de TR is gebaseerd, men nu, enkele eeuwen later beschikte over 5700 delen en 13.000 fragmenten van Griekse handschriften die vele eeuwen ouder waren! Deze ‘kritische tekst’ is echter volgens de ‘KJ-Only’-aanhangers door de RK-kerk vervalst om zo belangrijke christelijke waarheden te ‘verdoezelen’. Marc Verhoeven poneert, zonder enig bewijs te leveren hiervoor de volgende stelling op zijn website:

De Textus Receptus werd niet samengesteld uit de corrupte Alexandrijnse teksten, waarop katholieke en moderne vertalingen zijn gebaseerd, maar volgt de betrouwbare Byzantijnse manuscripten.

Is het nu mogelijk dat een bepaalde groep mensen alle handschriften van de Alexandrijnse tekst (bevattende de codex Sinaïticus en de codex Vaticanus) hebben vervalst? Welnu, dit is onmogelijk, en wel om de volgende redenen:

A:) Consequente veranderingen in de complete voorraad aan duizenden manuscripten zou een gecentraliseerde controlerende autoriteit vereisen die dit op een georganiseerde manier zou moeten hebben uitgevoerd. Maar in het begin van het christendom was er wrede vervolging en de meeste gelovigen waren van arme komaf, het Pausdom was nog niet in ontwikkeling zodat dit volslagen onmogelijk was.

B:) Het zou ook een gigantische organisatie vereisen om zo’n hoeveelheid vervalste handschriften ook nog eens te verspreiden over een enorm geografisch gebied.

C:) Het is overduidelijk dat er in de zogenaamde ‘vervalste’ Alexandrijnse tekst zeer veel onderlinge verschillen zitten. Dit duidt niet op een overkoepelende organisatie de deze tekst in overeenstemming met elkaar heeft gemanipuleerd, integendeel zou er een wonderlijke eenheid moeten zijn.

D:) In de eerste paar eeuwen na Christus is het aantal handschriften dat werd gekopieerd zo enorm groot, dat het onmogelijk is om een bepaalde ‘lijn’ van de manuscripten te vervalsen. Als er namelijk individuen zouden zijn geweest die bepaalde manuscripten hadden vervalst, zouden deze als een rode vlag afsteken tegen de honderden andere varianten waar deze ‘vervalsers’ nu eenmaal geen toegang toe hadden.

Voordat we gaan kijken naar de feitelijke ‘bewijzen’ van de ‘corruptie’ van de Telosvertaling nog een belangrijk feit. De Byzantijnse tekst, waar de SV uit is vertaald bestaat uit 140.745 woorden, terwijl de Alexandrijnse tekst bestaat uit 137.548 woorden. De huidige kritische tekst van Neste-Aland (die een combinatie van verschillende handschriften voorstaat, de zogenaamde ‘eclectische’ tekst) bestaat uit 138.020 woorden. Er staan dus 3197 meer woorden in de TR dan in de oudere tekst! Het is algemeen bekend onder de tekstcritici dat hoe vaker een tekst is overgeschreven (en dus jonger is, zoals de Byzantijnse) hoe vaker de overschrijvers er woorden hebben toegevoegd. Hoe ouder de tekst hoe minder vaak dit gebeurd is omdat er simpelweg minder vaak gekopieerd is.

We zien dit bijv. duidelijk in de teksten die de naam van Jezus beschrijven. In de Byzantijnse teksten staat vrijwel altijd ‘de Heer Jezus Christus’ of ‘Jezus Christus’, waar in de Alexandrijnse tekst meestal ‘Hij’, ‘de Heer’, ‘Jezus’ of ‘de Heer Jezus’ staat. De ‘KJ’-Only-aanhangers zeggen: ‘Zie je wel, de naam van de Heer wordt in de Alexandrijnse handschriften bewust verkort om zijn naam oneer aan te doen’. Maar de titel ‘Heer Jezus Christus’ mag dan 86 keer in de Byzantijnse tekst staan, in de Alexandrijnse handschriften komt hij 64 keer voor. Toch een niet erg geslaagde poging tot ‘corruptie’ lijkt me.

Verhoeven gebruikt nu juist ook dit ontbreken van bepaalde woorden als ‘bewijs’ dat er corruptie in het spel is terwijl in werkelijkheid het tegenovergestelde wordt bewezen, namelijk dat de teksten met meer woorden vaak onbetrouwbaarder zijn vanwege hun relatief jonge leeftijd. Er is immers vaker door de overschrijvers iets toegevoegd (het bekendste voorbeeld is wellicht 1Joh5:7 waar ‘in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest, en deze drie zijn één, en drie zijn er die getuigen op de aarde’ is toegevoegd.

Met een paar voorbeelden zal ik nu aantonen hoe dwaas de bewering is dat de Telosvertaling is vervalst. Verhoeven beweert dus dat het ‘ontbreken’ van woorden of zinnen in de ‘kritische tekst’ een bewijs is van corruptie. Zo laat hij zien dat Mat23:14 ontbreekt in de Telosvertaling. In De SV luidt de tekst:

Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeeën, gij geveinsden, want gij eet de huizen der weduwen op, en [dat] onder de schijn van lang te bidden; daarom zult gij te zwaarder oordeel ontvangen.

 Maar we lezen in de Telosvertaling in Mark12:40 dat de Heer over de Schriftgeleerden zegt:

…die de huizen van de weduwen opeten en voor de schijn lang bidden. Dezen zullen een zwaarder oordeel ontvangen. Als er dan een corrupte organisatie is waarom dan ook niet Mark12:40 verwijderen?

Hetzelfde wordt dus in Mark14 over de Farizeeën gezegd, nogal ‘slordig’ dat de vervalsers ook dit vers niet hebben weggelaten. Nog een voorbeeld:

Markus 2:7:

Statenvertaling Telosvertaling
En Jezus, [dat] horende, zeide tot hen: Die gezond zijn, hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Ik ben niet gekomen, om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.  

En toen Jezus dit hoorde, zei Hij tot hen: Zij die gezond zijn, hebben geen arts nodig, maar zij die ziek zijn. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.

 

In de Telosvertaling ontbreekt ‘tot bekering’. Maar als er dan zo’n vreselijke corruptie heeft plaatsgevonden dan zou er in de Telosvertaling nergens over bekering gesproken moeten worden. Maar het tegendeel is het geval. De Telosvertaling heeft 22 keer het woord ‘bekering’ en 34 keer het werkwoord ‘bekeren’, in totaal spreekt de Telosvertaling dus 56 maal direct over bekering! En wat betreft Mark2, in Lk5:32 staat in de Telosvertaling:

Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars tot bekering.

Exact de uitspraak waarvan Verhoeven zegt dat ie bewust is weggelaten in Mark2:7! Waarom het dan niet weglaten ook in Lk5? Het antwoord is eenvoudig. De Telosvertaling is niet vervalst, want dan waren alle passages veranderd die ‘bekering’ hebben. De oudste handschriften hebben dit woord niet in Mark2 maar wel in Lk5! Verhoeven schrijft dan n.a.v. het ontbreken van ’tot bekering’ in Mk2:7 het volgende:

De Telos-tekst maakt zondaars per definitie aanvaardbaar.

U ziet welke oogkleppen iemand op kan hebben. Ondanks het feit dat ’tot bekering’ wél in Lk5:32 staat in de Telos-tekst en ondanks het feit dat deze tekst 56 maal spreekt over bekering wordt er met droge ogen beweerd dat de Telos-tekst de zondaar ‘aanvaardbaar’ maakt! En zo kan ik nog wel even doorgaan, want alle ‘bewijzen’ van Verhoeven volgen ditzelfde patroon, maar het punt is denk ik duidelijk. Ik doe dan ook geen moeite de overige honderden zogenaamde ‘corrupties’ hier te bespreken want het komt steeds op hetzelfde neer.

Deze redeneertrant wordt consequent gevolgd door de critici van de Telosvertaling (en andere vertalingen die zijn gebaseerd op de ‘kritische’ tekst). Maar bij zorgvuldige studie blijkt dat geen enkele waarheid die essentieel is voor het chrisendom wordt weggelaten of vervalst in de Telosvertaling. Sterker nog, deze vertaling is veel betrouwbaarder dan de SV en de KJ om de eenvoudige reden dat men gebruik heeft gemaakt van de oudste handschriften die men tot hun beschikking heeft.

Wel wil ik nog iets zeggen over wat Verhoeven de ’twijfelhaken’ noemt. Deze scherpe haken (<..>) staan voor en achter een bepaald gedeelte in de Telosvertaling om aan de geven dat deze tekst niet in alle oude handschriften voorkomt. We zien dit bijvoorbeeld bij Mark16:9-20 of bij Joh8:2-11. Verhoeven meent dat het plaatsen van deze haken bewuste twijfel oproept over de betrouwbaarheid van de tekst, dus een poging tot corruptie. Maar:

A:) De tekst wordt wel degelijk weergegeven, niet weggelaten.

B:) Er wordt duidelijk gezegd in de inleiding van de Telosvertaling dat ‘de ingesloten woorden in sommige handschriften wel en in andere niet voorkomen’, wat ook feitelijk juist is.

C:) De vertalers en de uitleggers die de Telosvertaling gebruiken beschouwen deze teksten altijd als authentiek.

Een laatste noot op de zang van mensen als Verhoeven is om die tekstcritici die de Alexandrijnse tekst hebben gebruikt voor vertaling te beschuldigen van ‘onbetrouwbaarheid’ in de leer. Ook dit is een drogreden, want deze mensen waren toegewijde gelovigen, elk uiteraard met hun fouten. Laat u daarom niet van de wijs brengen. Geloof mensen als Marc Verhoeven niet, ondanks hun ogenschijnlijke grote kennis op dit gebied. In werkelijkheid is het grote onkunde, het negeren van de serieuze tekstkritiek en een fanatiek vasthouden aan een vooringenomen geloof in de betrouwbaarheid van één bepaalde bron, de Byzantijnse. De SV kent daarom niet de meest betrouwbare tekst omdat men zoals boven uiteengezet niet de oudste handschriften heeft gebruikt voor de vertaling.

Ik zal met nog één enkel voorbeeld duidelijk maken dat de tekst van de KJ en de SV helemaal niet altijd zo betrouwbaar en onfeilbaar zijn als Verhoeven beweert. In 1Kor11:24, waar Paulus de Heer Jezus citeert (Die over het brood spreekt in het kader van het avondmaal), staat er in de KJ: This is my body, which is broken for you. In de SV: Dat is mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. We weten uit de Bijbel dat het lichaam van de Heer Jezus helemaal niet gebroken werd! Hij bewaart al zijn beenderen, niet één daarvan wordt gebroken (Psalm 34:21). Dit wordt in Joh19:33 bevestigd. De Telosvertaling heeft dan ook terecht: Dit is mijn lichaam, dat voor u is.

De eer van de Heer wordt in dit gedeelte beter bewaakt door de Telosvertaling dan door de SV of KJ! Zo zie je maar, dat het erg eenzijdig is om één bepaalde vertaling te verheerlijken alsof God die specifieke vertaling ‘gewild’ heeft. Gebruik daarom meerdere vertalingen naast elkaar, maar val niet in de valkuil van hen die beweren dat één bepaalde vertaling boven alle anderen verheven is of zelfs als enige ‘geïnspireerd’ is. Ik persoonlijk houd van de Telosvertaling maar zou absoluut niet willen beweren dat deze onfeilbaar is. Het is een betrouwbaarder vertaling dan die zijn gebaseerd op de TR om redenen die hierboven zijn uitgelegd. Ik blijf ‘m dan ook gebruiken (en de HSV voor het Oude Testament) om zo Gods woord te blijven verkondigen en uitleggen.