Wellicht het meest kostbare thema uit de Bijbel is het onderwerp: ‘omgang’ of ‘gemeenschap’ met God. Mensen die geloven in de Heer Jezus zijn geroepen tot deze onbeschrijflijke rijkdom van de heerlijkheid van de genade van God, het eeuwige leven waar ik hier al eerder over schreef. Dit is de omgang met de Vader en met de Zoon. Wat betekent omgang of gemeenschap hebben met de Vader en de Zoon eigenlijk? Hoe geven wij daar inhoud aan? Wat leert de Bijbel hierover? Helaas zijn velen misleid en denken dat deze omgang met God een ervaring is die zij moeten zoeken, waardoor zij vallen voor de leugen van de mystiek welke in feite afgoderij is (zie onder).
Dat God een drie-eenheid is, was nog verborgen in het Oude Testament. Er waren wel duidelijke aanwijzingen voor zoals in Gen1:26 waar we lezen, ‘laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis’. Het Oude Testament spreekt verder voornamelijk over God als ‘Jahweh’. Toen Jezus in deze wereld kwam openbaarde Hij God als de Vader. Hij die van eeuwigheid bij de Vader was kon als enige Hem werkelijk openbaren. Het Woord was bij God, Joh1:1. Hij zegt: Ik ben van de Vader uitgegaan, Joh16:28. Dit is een zelfstandig, in eigen beweging uitgaan van een goddelijke positie bij de Vader. Het woord was God, Joh1:1. Hoewel onderscheiden van de Vader, is Hij één in wezen met Hem (Joh10:30). De Vader en de Zoon zijn beiden goddelijke personen, net zoals de Heilige Geest. Toch is het één God. Dit wordt door velen bestreden vandaag, maar het getuigenis van het Nieuwe Testament is glashelder.
Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon die in de schoot van de Vader is, die heeft Hem verklaard. Joh1:18.
De schoot van de Vader is de intieme plaats waar de Zoon vandaan kwam en waar Hij van eeuwigheid af was. Hij noemt dit in Joh6:63 ‘waar Hij tevoren was’. Door van de Vader uit te gaan, ‘het Woord is vlees geworden’ (Joh1:14), heeft Hij op aarde als mens de Vader doen kennen. In de liefde van de Vader trad Hij zondaars tegemoet ‘vol van genade en waarheid’, Joh1:14. Hij kon zeggen: ‘Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien’ (Joh14:9). Hij was echter, hoewel fysiek op aarde, altijd in de geest in het huis van de Vader, ‘waar Ik ben’, Joh14:3 en niet ‘waar Ik was’. Er was altijd een onverstoorbare gemeenschap tussen Hem en de Vader tijdens zijn leven op aarde. Hij was altijd in diens schoot of boezem. Hij is dan ook het leven dat bij de Vader was en aan de discipelen is geopenbaard.
Wat van het begin af was, wat wij gehoord, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd en onze handen betast hebben betreffende het woord van het leven (en het leven is geopenbaard en wij hebben gezien de getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en ons geopenbaard is). 1Joh1:2
‘Het leven’ is het eeuwige leven, het kennen van de Vader. Dit leven is de Heer Jezus. De discipelen waren getuigen van Iemand die vanuit de Vader was gekomen en in zijn leven de perfecte openbaring van Hem was. De Heer kende immers deze gemeenschap met de Vader. Hij die de Vader openbaarde zocht in mensen een antwoord, een reactie hierop. De meesten zagen in Hem niet de Vader en verwierpen Hem. Zijn discipelen geloofden wel in Hem omdat ze zijn heerlijkheid zagen (Joh2:11). ‘U hebt woorden van eeuwig leven’ zegt Petrus in Joh6:68. Toch hadden de discipelen nog geen gemeenschap met de Vader toen de Heer Jezus nog bij hen was want hoe kon God nu gemeenschap hebben met zondige mensen? God is immers licht (1Joh1:5) en zij waren zondaars, van nature ‘duisternis’ (Ef5:7). Het antwoord is: Jezus droeg op het kruis hun en onze zonden in zijn lichaam (1Pet2:24), in Hem hebben wij de verlossing, de vergeving van de zonden (Ef1:7). We zijn nu ‘licht in de Heer’ (Ef5:8) en volkomen geschikt gemaakt om gemeenschap te hebben met een heilig God. Daar komt nog wat bij want er staat ook geschreven:
Maar allen die Hem hebben aangenomen, hun gaf Hij het recht kinderen van God te worden, hun die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, niet uit de wil van het vlees, niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn. Joh1:12-13
Na zijn opstanding uit de dood spreekt de Heer Jezus tegen zijn discipelen over ‘mijn Vader en uw Vader‘ (Joh20:17). Doordat wij kinderen van God zijn hebben wij dezelfde goddelijke natuur ontvangen (2Pet1:4) en is gemeenschap met God mogelijk geworden. Dit leven wat wij hebben ontvangen is de Zoon (1Joh5:12). Christus is ons leven (Kol3:4). Als de Heer in Joh14 spreekt tot de discipelen over het woning maken van de Vader en de Zoon bij hen (vers 23), moeten we niet vergeten dat hun verwachtingen Joods waren. Zij verwachtten een aards koninkrijk waarin zij gezegend zouden worden onder hun Messias. De Heer maakt echter duidelijk dat de hier door Hem beloofde zegeningen daar ver bovenuit gaan. Zij zouden in de wereld blijven, een vijandige en duistere plaats maar Hij stelt ze de gemeenschap met goddelijke personen in het vooruitzicht. ‘ik zal Mijzelf aan hem openbaren’ zegt Hij in Joh14:21. Zo zouden zij in deze wereld vrede en blijdschap kennen ondanks dat Hij van hen wegging. Dit zou gebeuren doordat zij de Heilige Geest zouden ontvangen die hen met Hem zou verbinden (Joh14:15-16).
Ik zal u geen wezen laten blijven, Ik kom tot u. Joh14:18. Door de Heilige Geest was Hij in de discipelen en ook in ons. De Geest richt onze ogen op Hem; maar u aanschouwt Mij, Joh14:19. Zo kennen wij de gemeenschap ‘van Zijn Zoon’, 1Kor1:9. Dit is de gemeenschap die wordt gekenmerkt door Hem. Hij zal Mij verheerlijken, Joh16:14. Door de Heilige Geest hebben wij gemeenschap met de Vader en de Zoon.
Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij ook u, opdat ook u met ons gemeenschap hebt. En onze gemeenschap nu is met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus. 1Joh1:3
Velen spreken over een ‘relatie’ hebben met God, maar het woord ‘gemeenschap’ gaat dieper. Ik sta in relatie tot meerdere mensen, maar heb niet met al die mensen gemeenschap. Gemeenschap betekent namelijk dezelfde liefde, interesse, doelen hebben. Doordat wij volmaakt zijn gemaakt in Hem (Kol2:10), kunnen wij delen in de gedachten van de Vader en de Zoon in de kracht van de Heilige Geest. Delen in de vreugde van de Vader over de Zoon en genieten van de liefde van de Vader zoals de Zoon deze kent is ware gemeenschap. De Vader Zelf heeft u lief, Joh16:27. Dit alles kennen wij beter en beter als wij opgroeien in de genade en kennis van de Heer Jezus, 2Pet3:18. De Heilige Geest is de krachtbron van dit alles.
U kent Hem, omdat Hij bij u blijft en in u zal zijn. Joh14:17. De Heilige Geest toont ons, vanuit het woord van God (zie Joh14:26) onze eenheid met de Heer Jezus. In die dag zult u weten dat ik in mijn Vader ben en u in Mij en Ik in u. Joh14:20. Dit is een feit dat door het geloof genoten wordt. Zodra mensen ervaringen gaan zoeken om God te kennen, bevinden ze zich op het terrein van de afgoderij. We lezen immers in Deut12:4 en 31 dat wij niet God mogen dienen zoals de volken hun goden dienen. Dit is in de wereld altijd via religieuze ervaringen en God noemt dat een gruwel, afgoderij! We horen vandaag over ‘Gods stem verstaan’, ‘God ervaren’, ‘in de Geest vallen’, ‘soaking’, etc. Ook de zogenaamde ‘Vaderhart-conferenties’ zijn hierin misleidend. Op hun Facebook-pagina staat:
Een week lang door je hart reizen om met blokkades en terugkerende hindernissen aan de gang te gaan. In te tunen op Vaders stem, dieper te gaan in de openbaring van Jezus en de beweging van de Geest te volgen.
‘Door je hart reizen’ of ‘in-tunen op Vaders stem’ vinden we niet in de Bijbel en leidt tot diepe ik-gerichtheid en afdwaling van de waarheid. Banden met de ‘inner healing’- en de charismatische beweging zijn hier ook duidelijk te vinden. Maar de Bijbel leert ons dat ware gemeenschap met God is door het geloof (Gal2:20) en dit geloof is altijd door het woord van God (Rom10:17; Kol3:16). Dit is dan ook de gemeenschap van de Heilige Geest, in de sfeer van de Heilige Geest, zie 2Kor13:13, Filip2:1. We hebben dus geen gemeenschap met de Geest, maar in/door de Geest, in zijn kracht. De ‘beweging van de Geest volgen’ brengt mensen dan ook bij de geest van de dwaling. De Heilige Geest is namelijk de ‘Geest van de waarheid’ (Joh4:15; 15:26;16:13; 1Joh5:6) en Hij werkt altijd via het ‘woord van de waarheid’ (Kol1:5; 2Tim2:15). Deze gemeenschap met God, die door de Heilige Geest bewerkt wordt, is zoals ik al eerder aangaf, het eeuwige leven.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus die U hebt gezonden. Joh17:3
Zij die dit leven kennen, onderhouden de geboden van dit leven. Dit is de test of iemand werkelijk kent wat hij/zij zegt te kennen.
Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader worden geliefd; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. Joh14:21
Bewijs van de innerlijke gemeenschap met God is het onderhouden van zijn geboden. Dit zijn niet de tien geboden, maar is het worden als de Heer Jezus door Hem als Voorbeeld te hebben (Mat10:25). Er volgt daarop dan ook een verdieping van de gemeenschap met God de Vader en de Zoon.
Jezus antwoordde en zei tot hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren, en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en woning bij hem maken. Joh14:23
Dit is de diepste vorm van gemeenschap. De Vader en de Zoon die door de Geest woning maken, vreugde vinden in iemand die het woord van de Zoon bewaart. Voordat wij bij hen wonen in het Vaderhuis (Joh14:2-3), wonen zij bij ons. Liefde tot de Heer Jezus is zijn woord bewaren. Het gevolg is echte, diepe, goddelijke vrede. Liefde tot de Heer Jezus is de sleutel tot de gemeenschap met de Vader en de Zoon.
Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld geeft, geef Ik u. Joh14:27
Hoe behoren wij deze gemeenschap Met God dus te beleven? Het is niet door het gevoel, maar door het geloof. Het is niet door te zien, maar door het Woord van God. Het is niet door onze eigen natuurlijke logica, maar door de Geest geleerd, ‘Die zal u alles leren’, Joh14:26. Het is niet voor onszelf, maar opdat er vrucht voor Hem is tot verheerlijking van de Vader (Joh15:8). Als wij ons dagelijks voeden met Hem (Lev7:13) en in aanbidding over Hem tot de Vader spreken, is er volmaakte gemeenschap. De Vader zoekt zulke personen, die Hem aanbidden in geest en in waarheid (Joh4:23). Zoals Hij vreugde vindt in zijn Zoon, zo zijn er vandaag ook personen die zich in Hem verheugen. Groot geheim, maar weinig echt gekend.