De gedachte dat er een ‘opname van de gemeente’ zou zijn vóórdat er een grote verdrukking komt over deze wereld en Israël in het bijzonder, neemt steeds meer af. Er is zelfs een toename van openlijke tegenstand tegen deze visie. Iemand die zelf veel onderwijs geeft (via de website weg uit Babylon) schrijft:
‘Verschillende beroemde Bijbelleraren predikten vergelijkbare dingen en stelden dat de opname van de gemeente nu op zeer korte termijn zou gaan plaatsvinden. De antichrist zou op het punt staan zich te openbaren. Ook dit bleek valse profetie te zijn. Vroeger, in Israël, hadden dergelijke ‘profeten’ gestenigd moeten worden, maar in de christenheid hangen velen aan hun lippen om weer ‘nieuwe’ openbaring te ontvangen. Dat God en Zijn Woord door dit soort valse voorspellingen te schande gemaakt worden, lijkt hen niet te deren. zij gaan op dezelfde weg voort.’
Dit is toch wel heel stuitend! De leer die ik dus al decennia lang verkondig en verdedig (en met mij vele trouwe en godvruchtige broeders door de eeuwen heen) is niet alleen ‘valse profetie’, maar ik zou, als ik in de Oud Testamentische tijd had geleefd, gestenigd (!) moeten worden. En dit van iemand, die consequent de gelovigen weer onder Joodse beginselen wil brengen. Daarom vind ik dat het zeer belangrijk is de visie dat de Heer Jezus komt voor zijn gemeente voordat de antichrist (nee, dat is niet de Paus) zich zal openbaren, moet blijven worden verkondigd. In dit artikel zal ik uitleggen waarom.
Het onderwerp van de wederkomst van de Heer Jezus is niet heel makkelijk. Voor veel Bijbeluitleggers zijn alle verschillende visies reden om maar helemaal geen ‘eindtijdscenario’s’ meer te leren. Het gaat dan bij de bespreking van het boek Openbaring vooral over ‘wat heb ik er aan’. Anderen leren dat het allemaal al is gebeurd (het ‘preterisme’). Toch leert de Bijbel wel degelijk hoe de Heer zal terugkomen en welke gebeurtenissen hiermee in verband staan. Alle woorden van het boek Openbaring zijn immers ‘profetie’ (Op1:3) en tonen ons hetgeen ‘spoedig moet gebeuren’(Op1:1). Elders op deze website (zie het artikel ‘sleutels rond de wederkomst van Christus’) heb ik al uitgelegd hoe ik denk over de ‘komst (parousia)’ van de Heer, zodat ik er hier niet uitvoerig op hoef in te gaan. Kort samengevat bestaat zijn komst uit twee fasen. De eerste is het tot Zich nemen van de gelovigen (ook zij die ontslapen zijn uit alle tijden, 1Ts4:14-17) en de tweede fase is zijn verschijning uit de hemel met al zijn heiligen (1Ts3:13). De eerste gebeurtenis van zijn komst is dus het tot Zich nemen van alle gelovigen, onze ‘bijenvergadering tot Hem’, zie 2Tes2:1. In de tijd dat Paulus zijn brieven schreef keken de gelovigen dagelijks uit naar dit moment.
…want zelf vertellen zij van ons welke ingang wij bij u hadden, en hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd om de levende en waarachtige God te dienen en zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn. 1Ts1:9-10
Paulus spreekt dan ook over ‘wij levenden’ in 1Ts4:17 waarbij hij aangeeft de hoop te hebben het zelf ook mee te maken. Dat brengt mij op het belangrijkste argument om deze ‘opname’ van de gemeente (eigenlijk: van alle gelovigen, ook die van het Oude Testament) iedere dag te verwachten. Ik zet alle argumenten op een rij:
1. Als er geen opname van de gelovigen is voor de grote verdrukking hebben wij dus geen dagelijkse verwachting van zijn komst, want er komt immers eerst een hoop ellende. Dit terwijl Johannes zegt dat de hoop reinigt, 1Jh3:3. Paulus spreekt over ‘de gelukkige hoop’ in Tit2:13. Dit is het belangrijkste argument en zou alleen al genoeg moeten zijn. Zonder dagelijkse verwachting van zijn komst ís er geen levende hoop.
2. Als er geen opname van gelovigen is voor de grote verdrukking, maar aan het einde ervan, over welke gelovigen moeten wij dan regeren in het vrederijk? Er zijn immers geen schapen meer over want de Heer heeft ze allemaal opgenomen. De Bijbel leert echter dat tijdens de grote verdrukking een grote schare tot geloof zal komen, welke de schapen zijn die het vrederijk zullen binnengaan (Op7:9; zie ook Mt25:31-34; Lk17:34-35).
3. Een veelgehoord argument is dat het boek Openbaring vooral moet worden gelezen in de context van de toenmalige ontvangers, dus dat wij er geen eindtijdscenario’s uit moeten halen ‘voor onszelf’. Maar het boek is bedoeld voor de ‘slaven’ van Christus (Op1:1). De opname wordt niet genoemd in dit boek, maar Johannes is wel een type van de gelovige die naar de hemel wordt verplaatst in Op4:1 vóórdat de oordelen over deze aarde komen. We vinden dan ook vierentwintig oudsten in de hemel, rond de troon in de hemel terwijl de grote verdrukking op aarde plaatsvindt.
4. Paulus schrijft vaak over de verwachting van de verschijning van Christus, net zoals Petrus, zie bijv., 2Tm4:1,8; 1Pt1:13. Het argument is dan dat zij ‘uitkeken’ naar zijn verschijning of openbaring aan de wereld en niet naar de opname. Nu is dit eerste wel waar, maar dit was niet hun hoop. Het hele punt is dat tijdens de verschijning van Christus de gelovigen hun publieke erkenning van Hem krijgen van hun trouw, de beloning. Dit is ‘de genade die u gebracht wordt’ in 1Pt1:13 en de kroon van de gerechtigheid waar Paulus over spreekt in 2Tm4:8.
5. Een vele gehoord argument is dat het wel heel oneerlijk zou zijn als het veelgeplaagde en getraumatiseerde Israël wél door de grote verdrukking zou moeten gaan en wij als christenen niet. Het wordt dan ook neerbuigend een ‘ontsnappingsclausule’ voor de christenen genoemd. Maar wij hebben niet van doen met onze emotioneel geladen logica, maar met wat Gods woord zegt. Samengevat is er sinds tweeduizend jaar een verdrukking voor gelovigen vanwege de haat van de wereld onder aanvoering van satan terwijl Gods genade uitgaat naar een zondige wereld (Jh16:33; 2Ts1:6). Straks, als de tijd van zijn genade ten einde is gekomen zal er echter een verdrukking van Godswege zijn over deze goddeloze wereld en over het goddeloze deel van Israël. Zie verder mijn artikelen onder ‘eindtijd’.
Ik zou nog meer kunnen aanvoeren maar dit lijkt me voldoende voor nu. We leven in verwarrende tijden en het is meer dan ooit nodig de gezonde leer tot ons te nemen. Ook als het gaat om de komst van de Heer is dit de enige manier om met Hem bezig te zijn zoals de Vader dit heeft bedoeld zodat onze harten worden losgeweekt van deze tegenwoordige boze eeuw (Gl1:4). Al het andere is bezig zijn met een visie of met allerlei ontwikkelingen in deze wereld, maar Hem dagelijks verwachten is met Hem bezig zijn. Dit is het grote, eenvoudige doel van de Bijbel, maar wat enorm wordt tegengewerkt door de tegenstander die ooit alle eer naar zich toe wilde trekken. Vooral zij die leren dat de gemeente is ingelijfd in Israël en dus in de Joodse beloften, hebben geen oog voor de hemelse zaken.
Het is tenslotte ook schokkend om te lezen dat eerder genoemde Bijbelleraar schrijft op de website ‘weg uit Babylon’: ‘De leer dat de antichrist eraan komt en dat wij opgenomen zullen worden, vraagt geen bekering’. Nu is dit ronduit zeer slechte Bijbeluitleg, want Paulus die schrijft dat hij de komst van de antichrist al aan de Thessalonicenzen had uitgelegd (zie 2Thes2:5), schrijft met het oog hierop: ‘Daarom, broeders, staat vast en houdt de inzettingen die u geleerd zijn’ (2Thes2:14). Ook schrijft hij: ‘Maar wij bevelen u, broeders, in de naam van onze Heer Jezus Christus, dat u zich onttrekt aan iedere broeder die ongeregeld wandelt, en niet naar de inzettingen die zij van ons ontvangen hebben’ (2Thes3:6). De hoop op de komst van de Heer heeft namelijk een reinigende werking (zie 1Joh3:3).
Laat u dus niet misleiden en blijf zijn Zoon uit de hemelen verwachten (1Thes1:10)