Er is binnen evangelische gemeenten een schrikbarende scheefgroei als het gaat om de leer over het werk van de Heilige Geest. Het gevolg is dat de meeste mensen dit ‘hoge’ niveau nooit bereiken en teleurgesteld raken in de boodschap van het evangelie.
Afgelopen jaar kwam ik het volgende onder ogen. Uit een evangelische gemeente verstuurde men een leesrooster waarop men, goed bedoeld, de mensen oproept om uit te zien naar meer van de Geest. Omdat ik dit geen goede zaak vind, heb ik in rood mijn commentaar erbij gevoegd. Het is vaak de kleinste afwijking die ervoor zorgt dat men uiteindelijk het verst afdwaalt. Er moet natuurlijk ‘meer’ Geest komen in de levens van gelovigen, als je dit zo kan uitdrukken. De vraag is alleen hoe men dit wil bereiken. Wij worden opgeroepen om vervuld te worden van de Geest, maar worden wij in de Bijbel ook opgeroepen tot die dingen die hieronder worden gevraagd? Oordeelt u zelf:
Op zaterdag wordt een Bijbelstudie over de doop/vervulling met de Heilige Geest gegeven om daarna te bidden met degenen die uitzien naar deze doop/vervulling met de Heilige Geest. Uitzien dus naar iets dat men allang heeft ontvangen, zie o.a.2Tim1:7 en ‘houdt vast wat je hebt’, Op2:25. ‘U hebt de zalving van de Heilige’ 1Jh2:20 etc. Men heeft alles al ontvangen en moet leren in geloof dit eigen te maken. Op deze manier suggereert men dat er ‘snel’ een soort staat van supergeestelijkheid kan worden bereikt.
Sommigen leden willen woensdag of donderdag een dag vasten voor de doop Doop in de Geest is wat anders dan vervulling. Doop is het tot geloof komen, vervulling is herhaaldelijk gevuld worden met de Geest. De Bijbel leert ons wel te zoeken naar de vervulling (Ef5:18), maar nooit de doop met de Geest. Dit is al gebeurd namelijk (1Ko12:13; tegen vleselijke Korinthiërs!) Waar in de Schrift worden wij opgeroepen om te vasten voor meer vervulling met de Geest? /vervulling met de Heilige Geest. Je wordt uitgenodigd om mee te doen. Als een dag vasten te moeilijk is, kun je ook een maaltijd overslaan of de hele dag afzien van iets lekkers te eten of te drinken.
1. Maandag: Marcus 1: 9-13
Hoewel de Here Jezus de Zoon van God is en geboren is uit de Heilige Geest (Matteüs 1:18) en Hij geen bekering nodig had, was het blijkbaar toch nodig dat Hij gedoopt werd met de Heilige Geest. Dat gebeurde toen Hij in gebed was (Lucas 3: 21-22). Hoeveel te meer is het nodig dat wij om de doop/ vervulling met de Heilige Geest bidden. Hier wordt er vanuit gegaan dat Jezus hierom bad, met een conclusie daaraan gekoppeld. Waar lezen wij in de brieven dat wij moeten bidden om de Heilige Geest? Integendeel, er wordt altijd geleerd dat wij Hem in zijn volheid hebben ontvangen. Lucas 11:13 wordt vaak aangehaald, maar waar zien we dat de discipelen bidden om de heilige Geest? Misschien in Handelingen 1 maar dat is dan een eenmalige gebeurtenis.
2. Dinsdag: Johannes 20:19-23, Lucas 24: 36-49
Nadat de Here Jezus was opgestaan, kwam Hij bij zijn discipelen, blies op hen en zei: ‘Ontvangt de Heilige Geest’. Dat was waarschijnlijk hetzelfde moment als in Lucas 24, het moment waarop bij de discipelen ‘het verstand werd geopend’ dat wil zeggen het moment waarop ze werden wedergeboren. Dat is het moment waarop de Heilige Geest samensmelt met onze geest en we een nieuwe schepping worden.
De discipelen hadden toen wel de Heilige Geest ontvangen, maar toch moesten ze uitzien naar een ander moment: de doop/vervulling met de Heilige Geest – een moment om met kracht toegerust te worden (Handelingen 1: 8). Daarna waren ze niet bang meer om te getuigen. Deze eenmalige, heilshistorische volgorde is op geen enkele wijze een blauwdruk van het proces bij iedere gelovige. De leer van het NT is eenvoudig: wedergeboren is als men de Geest heeft ontvangen, want wie de Geest van Christus niet heeft, behoort Hem niet toe (Rm8:9).
3. Woensdag: Handelingen 8: 14-18, 9:17-18, 19: 1-6,
De doop/vervulling met de Heilige Geest kan spontaan gebeuren, maar gebeurt meestal meestal? Bij Jezus niet, in Handelingen meestal ook niet. onder handoplegging. Er staat bovendien uitdrukkelijk geschreven dat de handoplegging door de apostelen gebeurden, zie Hd8:17. Ook hier wordt weer niet uitgegaan van de leer va de apostelen, maar van de beschrijving van geschiendenis.
4. Donderdag: Handelingen 8: 16, 9: 17-18, 10: 47,
De doop/vervulling met de Heilige Geest staat los (moet onderscheiden worden) van de waterdoop. Het is iets waar je naar uitziet, waar je op wacht (zie ook Hand. 1: 4, 14). Weer een conclusie aan de hand van heilshistorische geschiedenis. Waar leert de Schrift ons dat wij moeten wachten of uitzien naar de vervulling/doop met de Geest? Nergens. De Schrift leert dat wij alles al hebben ontvangen. De Heilige Geest is een ‘Gentleman’, Hij zal zich nooit opdringen, Hij komt alleen op uitnodiging in een ‘open hart’. Wie de Geest van Christus niet heeft, behoort Hem niet toe (Rm8:9), De Geest hebben wij ontvangen (1Ko2:12), etc.
5. Vrijdag: Romeinen 12: 6-8, 1 Korintiërs 12: 4-11, Efeziërs 4: 11-12
De doop/vervulling De vervulling juist niet, want de Korinthiërs waren juist vleselijk (1Ko3:1), maar hadden alle gaven (1Ko1:7) met de Heilige Geest geeft is al gegeven, zie Ef4:8 de gelovige nee, de gemeente extra gaven (‘charismata’), zoals spreken in tongen, profetie, genezingen, enz. Deze gaven zijn onafhankelijk van onze geestelijke volwassenheid, ze zijn bedoeld om de gemeente en de buitenwereld waar staat dit? De gaven zijn tot opbouw van het lichaam van Christus beter te kunnen dienen.
Het spreken in tongen is vooral bedoeld als hulp en bemoediging voor de gelovige zelf Waarom heeft niet iedere gelovige deze gave dan? (1 Korintiërs 14: 4a, Judas 20 – Statenvertaling). Bij bidden in tongen spreekt je verstand niet, maar de Heilige Geest die precies weet wat je nodig hebt (1 Korintiërs 14:14-15, Romeinen 8: 26). Niet Bijbels, tongen zijn bestaande talen als teken voor de ongelovigen (1Ko14:22).
Deze ‘chrismata’ zijn anders dan de ‘talenten’ die je bij je geboorte krijgt, de charismatische gaven zijn alleen voor mensen die wedergeboren zijn Ook niet waar, Judas, Saul en Bileam waren niet wedergeboren en hadden ook geestelijke gaven. In Mt 7 lezen we van mensen die in zijn naam hadden geprofeteerd, demonen uitgedreven en vele krachten gedaan, en toch kent de Heer ze niet! Er wordt de gelovigen geleerd te ‘wachten’ op een extra vervulling. Hierdoor wordt de focus verschoven van het bezig zijn met de Here Jezus naar iets wat tot ons voordeel is. Een kwalijke zaak, want dit is ten diepste het zelf-leven, het eigen ik dat centraal staat. Dit is een lering van mensen en ik beschouw deze dan ook serieus als schadelijk voor de gemeente. Wij behoren op te goeien in de genade en de kennis van Christus (2Pt3:18), onze zonden af te leggen en te belijden. Daarnaast moeten wij leren uit het Woord van God en gemeenschap met anderen onderhouden. Daarbij is het evangelie gecentreerd rond het kruis, waarbij men moet leren ‘rekenen’ dat de oude mens is gestorven voor het oog van God. Hoe meer men het kruis begrijpt hoe meer de Geest de ruimte kan krijgen omdat de oude mens voor dood wordt gehouden. Hierover meer in het artikel ‘over de Heilige Geest’.
Zeer belangrijk, tot slot, is dat de Heilige Geest niet vanuit Zichzelf spreekt (zie Jh16:13). Daar waar de Geest aan het werk is, gebeuren, volgens Jh16 de volgende dingen:
1. Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken. De nadruk ligt dus niet op de Heilige Geest. Daar waar men de mond vol heeft over de Heilige Geest, moet men waakzaam zijn.
2. De toekomstige dingen zal Hij u verkondigen (Jh16:14). Daar waar de Geest werkt, heeft men grote aandacht voor de wederkomst van Christus en het herstel van Israël.
3. Hij zal Christus centraal stellen (Jh16:14-15). Daar waar de Geest werkt, wordt alle nadruk gelegd op de persoon van Christus en juist niet op de Heilige Geest Zelf.