Steeds vaker wordt het evangelie in de christenheid anders voorgesteld dan we in de Bijbel vinden. In plaats van spreken tot het geweten van mensen, hen vertellen dat ze verloren zijn zonder de Heer Jezus, wordt het gevoel aangesproken. Er wordt dan alleen gezegd dat God van hen houdt, terwijl de apostelen in het boek Handelingen dit bijvoorbeeld nooit hebben gepredikt. Dit is een ernstige zaak, want alleen als het evangelie ‘naar de Schriften’ (1Kor.15:3-4) wordt verkondigd worden mensen behouden en zullen zij ‘opgroeien naar Hem die het hoofd is’ (Ef.4:15). Daarom zal ik in dit artikel het evangelie beschrijven zoals we dat in de Bijbel vinden. Aanleiding is wat ik in een blad voor zendelingen (!) las:
‘Het goede nieuws dat Jezus vertelde, ging niet in de eerste plaats over vergeving van zonden of over de hemel en de hel. Het goede nieuws dat Jezus vertelde, ging over het Koninkrijk. Drie jaar lang probeerde Jezus een beeld te schetsen van hoe het leven in het koninkrijk van God eruitziet. Een koninkrijk dat er nu al is, maar nog niet in al zijn volheid. Daar waar mensen hebben gekozen om niet meer voor zichzelf te leven, maar waar zij God Koning in hun leven laten zijn, daar is het koninkrijk van God, nu al! (…) Met die veranderde mensen, bouwt God aan Zijn nieuwe wereld.’
Ook Martin Koornstra beweert op de website van Royal Mission dat we een ‘onvolledig’ evangelie prediken. Hij beweert op hun website:
‘De mens is zondig en staat op een onoverbrugbare afstand van God. Door Jezus wordt die kloof overbrugd, kun je bij God komen en ga je naar de hemel. Prachtig, maar wel onvolledig. Gods plan met deze wereld is geen ‘evacuatieplan’ waarbij zoveel mogelijk mensen naar de hemel moeten. Gods project, dat Koninkrijk van God heet, is een ‘herstelplan’ van deze wereld waarbij hij ons inzet als uitvoerders van dat plan. Onze focus is dus niet ‘naar de hemel’, maar de hemel op aarde. God heeft de opbouw van zijn Koninkrijk in handen van mensen gelegd.’
Ook het charismatische ‘New Wine’ leert dat dit het evangelie is. Op hun website staat te lezen:
‘Over de hele wereld zijn kerken en geloofsgemeenschappen het begin van Gods nieuwe schepping. Daar is Gods Geest al uitgestort, daar is Gods toekomst al beginnen. Daarom zien we de lokale kerk en geloofsgemeenschap als een voorpost van Gods Koninkrijk. Hier mag het Evangelie echt goed nieuwe worden voor mensen. Het mag een gemeenschap zijn waar Woord en sacrament bediend worden en de Geest tot leven wekt. Waar mensen zijn vergeven, maar zelf ook elkaar kunnen vergeven. Waar genezing en bevrijding is, gerechtigheid en vrede. Daarom zijn we een beweging van lokale kerken, die Gods Koninkrijk in woord en daad willen verkondigen (1 Petrus 2:9)’.
Op een website van een Bijbelleraar bij mij in de buurt las ik dat het ‘volle evangelie’ te maken heeft met uiterlijke kracht, ‘doen wat Jezus deed’:
‘In het volle evangelie geloven we dat we bezig mogen zijn met het voortzetten van de werken van Jezus, met Zijn methode en remedie. Wij geloven in genezing van zieken en in bevrijding van demonen in deze tijd, want ook kinderen van God kunnen op een bepaald gebied in hun leven gebonden zijn. Daarbij spelen handoplegging en met gezag in de naam van Jezus handelend optreden een grote rol. Het betreft de tekenen die de gelovigen volgen en waarmee de Heer het Woord bevestigt (Marc. 16:17-20). We zijn er – al doende en lerende – mee onderweg en willen er meer en meer van te pakken krijgen!’
Tenslotte is ook het ‘Evangelisch College’ overstag en biedt naar eigen zeggen een ‘Koninkrijkstheologie’ aan.
‘De kerk is er om het koninkrijk van God gestalte te geven. Vergeving van zonden is een deel van het verhaal (…). Wie Jezus volgt, volgt Hem als machtige Koning en dan gaan er dingen gebeuren die je niet voor mogelijk houdt’ (…) dan kun je denken aan genezing en bevrijding, de dingen die Jezus deed om het koninkrijk te demonstreren (…) gerechtigheid voor de maatschappij, de schepping waarin we leven’, aldus Hans Alblas, docent bij het Evangelisch College in een podcast die op hun website staat. Hans vindt ook dat de vier golven van de charismatische vernieuwing (die niets anders dan schade en verwarring hebben gebracht), ’theologische en spirituele kenmerken’ hebben ‘die iets laten zien van Gods Koninkrijk’.
Laten we eens kijken of deze dingen werkelijk worden geleerd in de Bijbel. Hier, hier en hier heb ik uitvoerig uitgelegd dat wij helemaal niet zijn geroepen om de uiterlijke kracht van het koninkrijk vandaag te demonstreren. Een eenvoudige lezing over de eerste christenen in het boek Handelingen concludeert dat daar nergens sprake is van een ‘demonstratie van het koninkrijk’ (de tekengaven die de apostelen vertoonden waren niet om het koninkrijk te demonstreren maar om hun woord over Christus kracht bij te staan, zie hier). Het is charismatische ‘Kingdom Now’ retoriek wat we nergens in de brieven van het Nieuwe Testament, toch het onderwijs voor de christenen, terugvinden. Ook de bijna ‘magische’ kracht die wordt toegekend aan handoplegging is de Bijbel vreemd. Het opleggen van handen is daar uitsluitend een zich eenmalen met de zaak van de ander, het uitdrukken van broederschap in de bediening.
Het getuigt van grote kortzichtigheid als de boodschap van de Heer wordt versmald tot ‘het evangelie van het koninkrijk’. De Heer Jezus, Hij die het koninkrijk vertegenwoordigde als de Koning is immers verworpen en gekruisigd (Hand.10:38-39). Daarmee is er door de mensheid zelf een streep gezet door dat wat Hij kwam brengen, het koninkrijk in macht en majesteit. Hij predikte vooral dat de mens schuldig is (Mar.7:15; Joh.6:53) en dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is (1Joh.1:5). Het altijd weer aanhalen van Mark.16:17-18, zonder de rest van het Nieuwe Testament daarbij in acht te nemen leidt tot verkeerde conclusies.
Straks als Hij komt in heerlijkheid zal Hij dit koninkrijk oprichten op aarde. Als de verworpen Koning op aarde is Hij vandaag in de hemel met heerlijkheid en eer gekroond (Heb.2:7) en geeft Hij opdracht aan de zijnen om het evangelie te brengen aan een wereld die Hem naar het kruis heeft geleid. Dan lezen we over de inhoud van dit evangelie dit:
…en in zijn naam bekering tot vergeving van zonden moest worden gepredikt aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem. Luk.24:47
In het evangelie van Lukas ligt de nadruk op de hele mensheid en spreekt de Heer over vergeving van zonden en niet over een ‘herstelplan’ van de wereld dat de gelovigen moeten uitvoeren. Petrus spreekt tot de Joden en rept ook met geen woord over het koninkrijk van genezing en herstel maar zegt:
En Petrus zei tot hen: Bekeert u, en laat ieder van u gedoopt worden in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden, en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Hand.2:38
De vergeving van zonden is het doel van het evangelie in deze citaten. De aanhangers van ‘Kingdom Now’ wijzen graag op het citaat van Petrus uit Joël als hij zegt: ‘En het zal gebeuren in de laatste dagen, zegt God, dat Ik van mijn Geest zal uitstorten op alle vlees, en uw zonen en dochters zullen profeteren, en uw jongemannen zullen gezichten zien en uw ouden zullen dromen dromen. (Hand.2:17). Maar hier wordt niet gesproken over genezing, herstel o.i.d. en bovendien vervolgt Petrus door te spreken over ‘bloed en vuur en rookwalm’ op de aarde, ‘de zon die zal worden veranderd in duisternis en de maan in bloed’ (Hand.2:19-20). Dat slaat niet op onze tijd zoals wel is gebleken, maar op de eindtijd.
Paulus vat het evangelie samen als ‘bekering tot God en geloof in Jezus’, Hand.20:21. Hij zegt in Hand.17:30:
Met voorbijzien dan van de tijden der onwetendheid beveelt God nu aan de mensen, dat zij zich allen overal moeten bekeren.
De mensen moeten zich bekeren. Wederom niets over datgene waar bovenstaande citaten de nadruk op leggen. In Ef.1:13 spreekt hij over ‘het evangelie van uw behoudenis’. Luister naar wat de verheerlijkte Heer Jezus tegen Paulus zegt over het evangelie dat hij moest brengen:
…terwijl Ik je wegneem uit het volk en uit de volken, tot welke Ik je zend om hun ogen te openen, opdat zij zich bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht van satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden ontvangen door geloof in Mij. Hand.26:17-18
De Heer spreekt niet over het uitbreiden van het koninkrijk, niet over een ‘herstel’ van de schepping, niet over ‘doen wat Hij deed’, maar over bekering ‘van de duisternis tot het licht’. Volgens Martin Koornstra dus een onvolledig evangelie. In 1Kor.15:1-4 vat Paulus het evangelie wat uitgebreider samen en ook hier weer geen woord over het koninkrijk.
Ik nu maak u bekend, broeders, het evangelie dat ik u heb verkondigd, dat u ook hebt aangenomen, waarin u ook staat, waardoor u ook behouden wordt (als u vasthoudt aan het woord dat ik u heb verkondigd), tenzij u tevergeefs hebt geloofd. Want ik heb u in de eerste plaats overgegeven wat ik ook ontvangen heb: dat Christus voor onze zonden gestorven is, naar de Schriften; en dat Hij is begraven, en dat Hij op de derde dag is opgewekt, naar de Schriften.
Nergens in het Nieuwe Testament wordt de gedachte geuit dat wij als gelovigen gestalte moeten geven aan het komende koninkrijk in zaken als genezing, bevrijding en gerechtigheid in de maatschappij.
Het is een subtiele poging van de vijand om de aandacht van de gelovigen weg te leiden bij waar God wil dat de aandacht is. Het gevolg van deze leer is namelijk dat men in het geheel niet meer spreekt over de gemeente als de verborgenheid van Christus, de bediening van Paulus (dat hij ‘mijn evangelie’ noemt, Rom.16:25) de leraar van de gemeente (Ef.3:7-9) en dus ook niet meer is gericht op het hoofd van de gemeente, de hemelse Christus. Hiermee onderscheiden zij niet dat deze wereld volkomen onder het oordeel is en dat de wereld niet verbeterd gaat worden. Ook spreken zij nooit over het verval van de christenheid en de komende afval (2Thes.2:3). Men spreekt meer over de Heer toen Hij op aarde wandelde, maar Paulus schrijft in hetzelfde hoofdstuk als waarin hij spreekt over het evangelie dat hij bracht:
Want de liefde van Christus dringt ons, daar wij tot dit oordeel zijn gekomen, dat Eén voor allen gestorven is; dus zijn zij allen gestorven. En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf leven, maar voor Hem die voor hen is gestorven en opgewekt. Wij kennen dus van nu aan niemand naar het vlees; en als wij al Christus naar het vlees hebben gekend, dan kennen wij Hem nu niet meer zo. 2Kor.5:14-16
Paulus kende een hemelse Heer, niet de aardse Jezus. Hij vervolgt dan door krachtig het evangelie samen te vatten in: ‘Laat u met God verzoenen’, 2Kor.5:20. Geen woord over het koninkrijk als een extra aanvulling op het evangelie. God ‘bouwt’ niet aan een nieuwe wereld. Petrus schrijft dat deze wereld door vuur al vergaan (2Pet.3:12) en dat Hij een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal scheppen ‘waar gerechtigheid woont’ (2Pet.3:13). De roeping van de christenen is niet dat ‘een voorpost van Gods koninkrijk’ zijn, maar dat zij een hemels mens vertegenwoordigen. God zet geen mensen in om aan Zijn ‘herstelplan’ voor deze schepping mee te werken.
Hij trekt mensen uit deze wereld, de gemeente (‘uit-geroepenen’) van God (Gal.1:4). De Geest brengt hen tot de belijdenis ‘Jezus is Heer’ (1Kor12:3) en daar is het koninkrijk van God vandaag, mensen in wier harten Christus woont (Ef.3:17), terwijl zij zelf zuchten in deze wereld (Rom.8:23). In die zin sprak Paulus over het koninkrijk van God als iets dat innerlijk realiteit was, een zaak van het hart (Hand.20:25; 28:23,30; Rom.14:17; Kol.4:11). Zoals bij alle dwalingen en valse leer wordt ook hier weer de hemelse roeping van de gemeente versluierd.
Op de website van ‘New Wine’ wordt bovendien pijnlijk duidelijk hoe inconsequent dit ‘evangelie’ wordt voorgesteld:
We spreken over de komst van het Koninkrijk van God en de kracht en gaven van de Geest. En dat brengen we ook in praktijk. We spreken de woorden van het Koninkrijk, maar doen ook de werken ervan. Daarin volgen we Jezus en delen we in zijn zalving (Marcus 16:15-20, Johannes 14: 12 en Johannes 20: 19 -22). Als lokale kerken willen we groeien in het getuigen van Gods Koninkrijk in de kracht van de Heilige Geest. Binnen New Wine bieden we veilige plekken om met dit gebed te oefenen. Zoals op conferenties, tijdens seminars als in retraites. Ook bij onze trainingen is er alle ruimte om ter plekke te oefenen en te leren.
Men beweert de kracht van het koninkrijk in praktijk te brengen en is zo dwaas om ook nog te beweren dat men deelt in ‘de zalving’ van de Heer Jezus die doden opwekte, blinden genas en lammen liet lopen. Tegelijk spreekt men van ‘oefenen’, (om de mislukkingen in te dekken) alsof de Heer dit ook deed! Laat u niet misleiden naar een ander evangelie ‘dat geen ander is’ (Gal.1:7).
‘Houdt dat vast, totdat Ik kom’. Op.2:24.